Ondergronds deel van de halm van jonge graanplanten, dat zich vormt indien de
van een knoop. De holle stengel boven de knoop is omgeven door de korrel beneden een bepaalde diepte in de grond gebracht is en dat bestaat uit één halmlid (in zeldzame gevallen twee). Dit lid strekt zich tot juist even onder het grondoppervlak, op welke plaats dan de uitstoeling plaatsvindt. De lengte van de h. wordt, behalve door de diepte van zaaien, beïnvloed door de mate van belichting van de kiemplant en door de temperatuur.