Deze kleine natuurlijke streek vormt de overgang van het W. gedeelte van Haspengouw naar de Kempen en heeft een oppervlakte van ongeveer 500 km2 met een weinig dichte bevolking van ca 100 per km2. De N. en O. grens wordt gevormd door de Denier en de Gete, de W. door de Dyle en de Z. door de lijn Leuven-Tienen-St Truiden.
Op de zandige ondergrond zijn in het heuvelachtig gebied onregelmatige lössafzettingen gevormd, die naar het Z. toe belangrijker worden, zodat daar aan suikerbietenteelt wordt gedaan, terwijl in het N. de rogge overheerst. In de laatste jaren is de fruitteelt er toegenomen en werden in de streek tussen Leuven en Aarschot talrijke perzikboomgaarden aangelegd.