ontstaat, wanneer de vorst in de grond doordringt. Na ontdooiing van de bovenste aardlagen blijft de grond daaronder nog enige tijd bevroren en geeft als ondoorlatende laag aanleiding tot slechte afwatering.
Waar de gemiddelde jaartemp. beneden ongeveer 0 : is, blijft ook in de zomer ijs in de grond aanwezig. Hierdoor ontstaan de uitgestrekte moerassen in de vlakke delen van het stroomgebied der Siberische rivieren.De naam g. wordt ook gegeven aan het ijs, dat zich bij strenge vorst in rivieren onder water aan planten en ook op de rivierbodem afzet.