Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Frans-Zwitserse school

betekenis & definitie

(plantensoc.) is een richting van onderzoek in de plantensociologie (vegetatiekunde), die zich baseert op de trouw, d.w.z. op het verschijnsel, dat bepaalde soorten binnen een zeker gebied in één plantengezelschap meer voorkomen dan in alle andere of dan in de naast verwante plantengezelschappen. Door deze soorten worden de bedoelde planten gezelschappen derhalve gekenmerkt.

De praktische waarde hiervan is gelegen in het feit, dat de planten gezelschappen indicatoren zijn voor bepaalde milieux en dat dus speciaal deze kenmerkende soorten als indicatorplanten te beschouwen zijn. In ruimere zin baseert men zich ook nog op het verschijnsel van de trouw, wanneer men de plantengezelschappen karakteriseert door een bepaalde combinatie van soorten (z. Kensoort, Karakteristieke soortencombinatie, Differentiërende soort, Kencombinatie en Associatie). Deze school ontstond, als ‘Zwitserse school’, tussen 1890 en 1915 in Zwitserl. (SCHRÖTER, STEBLER, BROCKMANN-JEROSCH, RÜBEL) ; na 1920 verplaatste het centrum zich naar Montpellier (BRAUN-BLANQUET) , waar het sinds 1930 ondergebracht is in de S.I.G.M.A. (Station internationale géobotanique méditerranéenne et alpine).

Toegepast in W., Z. en Midden Eur., Canada, door verschillende onderzoekers in de Ver. St., voorts in Sur., Congo, Ni Afr. en Indon. Sinds ca 1940 verdere ontwikkeling in verschillende richtingen; belangrijkste leidende figuren daarbij: R. TÜXEN (Duitsl.), R. KNARP (id.), E. AICHINGER (Oostenr.) (z. Scandinavische school).