is het onafgebroken van jaar tot jaar verbouwen van rogge op dezelfde akker, zoals dat vroeger wel plaats vond. Het ontbreken van een doelmatige vruchtwisseling leidde tot eenzijdige uitputting van de grond, tot het uitbreiden van aangepaste onkruiden en tot het laag blijven der opbrengsten.
Door uitbreiding van aardappel-, haver- en bietenteelt is er wel zeer veel verbetering gekomen, maar men kan ongetwijfeld nog akkers vinden waar gedurende een reeks van jaren slechts rogge groeit.