1. Onder d. verstaat men de in hetzelfde jaar van ontwikkeling der hoofdscheut ontstane loten in de oksels der bladeren, die men bij de beoefende cultuur niet wil handhaven.
Behalve de scheuten zelf wordt ook het verwijderen van deze loten d. genoemd. Het komt o.a. voor bij de druivenkweek en de tomatenteelt.2. Afwijkende tulpenvormen, die in elk ras kunnen voorkomen, worden bij bloembollentelers d. genoemd. Te herkennen aan: het veelal grote aantal smalle loofbladen, afzonderlijk uit de bol voortkomend: een blauwgroene bladkleur; een geringe en late bloei: miskleurige bloemen: laat afsterven en kleine hoekige bollen. I lun snelle vermeerdering en het ontbreken van leverbare bollen maken, dat ze binnen enkele jaren in een partij overheersen. De opbrengst van zo’n partij vermindert snel. Bestrijding: het zorgvuldig verwijderen. (Omtrent oorsprong z. Herba Topiaria, Mrt ’49.)