Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Coix

betekenis & definitie

C.lacrima-jobi L., Jobstranen. Klein gesl. behorend tot de Gramineae.

Betrekkelijk weinig belangrijk voedingsgewas in primitieve landbouwstreken in de heuvels en bergen van Z.O. Az. Veranderlijk. sterk uitstoelend gras, 1,5-3 m hoog, met dikke massieve bloeiwijzen. De ♀ bloemen zijn omgeven door een urnvormig schutblad dat bij de wilde vormen zeer glad, porseleinachtig glanzend, dik en steenhard is. Deze niet te consumeren, meestal blauwgrijs gekleurde vorm wordt gebruikt voor het maken van sieraden, halssnoeren en kraalgordijnen. De cultuurvorm heeft een veel dunnere bruine schaal: oplevering bij pellen is echter slechts 70%. Vroeger belangrijk in gevallen van misoogst van de rijst, tegenwoordig steeds meer verdrongen door de mais. Wordt geconsumeerd als pap daar het meel, evenals dat van rijst, door gemis aan gluten niet geschikt is voor het bakken van brood. Samenstelling van het meel, 58-62 % koolhydraten. 9,5-25% eiwit, 5-7% vet.

< >