Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Coccus

betekenis & definitie

enkelvoud van Coccen. Kogelvormige bacteriën.

Vele soorten, verenigd in geslachten vormen samen de fam. der Coccaceae. Gesl. hiertoe behorende zijn Micrococcus, Staphylococcus, Streptococcus en Sarcina. Deze benamingen houden verband met de wijze waarop de cellen zich delen, nl. slechts in één richting, of in willekeurige richtingen of in 3 loodrecht op elkaar staande richtingen. Sommige soorten zijn ziekteverwekkers (pathogeen), in het bijzonder voor mens en dier. Zij veroorzaken veelal etterende wonden en gezwellen. Voor de landb. (veeteelt) is van deze pathogene soorten de Streptococcus agalactiae (mastitidis), (z. Streptococcen-onderzoek en mastitis), belangrijk. Vele coccen behoren tot de melkzuurbacteriën en zijn belangrijk bij het houdbaar maken van groenvoeder, zuurkool, de zuring van room en yoghurt en de kaasbereiding. Een voor de landb. belangrijke Sarcina is de Sporosarcina ureae, die in staat is om uit ureum ammonium-carbonaat te vormen (z. Ureum-bacteriën en ureum-splitsing). Van grote betekenis voor de landb. is ook de Nitrosococcus, die belangrijk is voor de nitrificatie.

< >