C.tinctoria GAUD., fam. Moraceae. geelhout (Ned.), is een lage, dikke boom uilen laagland moessonbossen van Centr. en Z.
Am. (Colombia, Venezuela, de Guyana’s en Braz.) met een zwaar (s.g. 0,95), hard, sterk en duurzaam glanzend, geel kernhout, dat behalve voor constructiewerk vooral gebruikt wordt als verfhout. Het hout bevat een dof geelbruine, khaki-kleurige verfstof, maclurine, die gemakkelijk in water oplost en sinds de middeleeuwen wordt gebruikt voor het kleuren van lijnwaad. Hoewel deze verfstof voor een belangrijk gedeelte is verdrongen door aniline-kleurstoffen is toch een beperkte handel in dit hout blijven bestaan. Het komt aan de markt in spintvrij, bekapte, korte dolken van 10 tot 30 cm dikte.
C.excelsa BENTH. is een woudreus uit en laaglandmoessonbossen van Kameroen en Congo, waarvan het zware (s.g. = 0,90), sterke, duurzame, gele,
doch aan en lucht bruinverkleurende kernhout, veel in Eur. wordt ingevoerd als een surrogaat voor teak. Het wordt gebruikt voor winkelpuien, voordeuren en zwaar constructiewerk, omdat het gemakkelijk in grote afmetingen is te verkrijgen. Het komt onder verschillende namen in de handel: kambala, teak-kambala, chêne d’Afrique, teck d’Afrique, iroko, enz.