Als verweermiddel tegen de indertijd veelvuldig voorkomende knoeierijen in de boterhandel heeft men de botercontrôlestations opgericht, waarbij te goeder naam en faam bekend staande boterproducenten en -handelaren zich vrijwillig aansloten. Het eerste station is in 1901 opgericht door de Friese Mij van Landb.
Door een intensieve bedrijfscontrole en een geregeld onderzoek van de in de bedrijfsplaatsen of elders aanwezige boter van de aangeslotenen kan worden gegarandeerd, dat deze onvervalst is en een normaal watergehalte bezit. In 1904 werden de botercontrôlestalions onder Rijkstoezicht gesteld en kregen de aangeslotenen het recht en de plicht de afgeleverde boter van een officieel botermerk te voorzien. Kr zijn in Ned. 9 gewestelijke, onder Rijkstoezicht staande, b.-stations, benevens voor bijzondere doeleinden een Rijks b.-station te Leiden.