LANDSTEINER vond, dat het serum van sommige mensen de rode bloedlichaampjes van andere mensen doet agglutineren (samenklonteren). In verband hiermede woorden 4 b. onderscheiden n.l.
A, B, AB en O. De rode bloedlichaampjes van iemand, die tot de b. O behoort, worden door geen enkel serum geagglutineerd. Het scrum van zo iemand doet echter de rode bloedlichaampjes van mensen, die tot de groepen A, B, of AB behoren wel agglutineren, doordat dit serum de z.g. agglutininen α en β bevat.Rode bloedlichaampjes van iemand van b. A worden geagglutineerd door serum van mensen behorende tot de b. B en O, omdat hierin het agglutinine α voorkomt. Zijn scrum bevat het agglutinine β en doet de rode bloedlichaampjes van mensen, die tot de b. B en AB behoren, samenklonteren.
Rode bloedlichaampjes van iemand die tot b. B behoort worden geagglutineerd door serum van mensen uit b. A en O (bevat agglutinine β), terwijl zijn serum de bloedlichaampjes van personen uit de b. A en AB aantast.
Behoort iemand tot b. AB, dan worden zijn rode bloedlichaampjes geagglutineerd door serum van mensen uit de drie groepen O, A en B, maar zijn serum agglutineert geen rode bloedlichaampjes. Deze laatste mensen zijn dus b.v. zeer geschikt om bloed (serum)te leveren voor de bloedtransfusiedienst.
I.h.a. gaat het bij een bloedtransfusie nl. om de toediening van plasma. Wenst men in een bepaald geval volledig bloed toe te dienen, dan komt het in de praktijk hierop neer, dat men alleen maar bloed kan gebruiken, afkomstig van personen, die tot dezelfde b. behoren als de ontvanger.
Samenvattend ontstaat dus voor het toedienen van bloedplasma het volgende schema:
Bloedgroep Bloedgroep bloedgever
bloedontvanger O A B AB
O - - - -
A + - + -
B + + — -
AB + + + -
+ betekent: agglutinatie, d.w.z. deze combinatie mag bij bloedtransfusie niet worden gebruikt.
— betekent: geen agglutinatie, d.w.z. deze combinatie mag bij bloedtransfusie wel worden gebruikt.
Bij de dieren is van deze b. veel minder bekend, wel weet men echter dat voor inspuiting van serum of bloed bij dieren hiermee geen rekening behoeft te worden gehouden. Toch bestaan ook bij paarden en runderen verschillende b. Speciaal bij runderen wordt hiervan de laatste tijd steeds meer gebruik gemaakt. Men heeft in Amerika nl. ontdekt, dat er ca 40 verschillende bloedgroepen bij het rund bestaan en dat deze op erfelijke grondslagen berusten (wat trouwens ook voor de b. van de mens geldt). Hiervan kan men nu gebruik maken, als men het vaderschap van een kalf wol vaststellen. Dit kan in het bijzonder bij de toepassing van kunstmatige inseminatie, waar een verwisseling van de zaadmonsters kan voorkomen, van grote betekenis zijn.