Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Bleekaarde

betekenis & definitie

Dit woord wordt in tweeërlei zin gebruikt, actief en passief:

1) actief; om aan bepaalde stoffen, die verontreinigd zijn door kleurende bestanddelen, deze laatste te onttrekken, gebruikt men vaak b. met sterk absorberend vermogen b.v. Bantamtuf. Vooral oliën worden door behandeling met b. soms aanzienlijk opgebleekt.
2) passief; onder een humeuze laag, die aan indringend regenwater een flink zuur karakter verleent, wordt uit de grond soms, met allerlei andere bestanddelen, al het ijzer uitgeloogd en weggevoerd naar beneden. Dan wordt die grond gebleekt van bruin en geel tot bleekgrauw en tenslotte soms zuiver wit. Dan spreekt men wel (met een germanisme) van ‘bleekaarde’ en ‘bleekzand’, ofschoon ‘gebleekte aarde’ en ‘gebleekt zand’ beter zou zijn. Het Duitse woord ‘Bleichsand’ verbasterde tot ‘Bleisand’, dat in het Ned. overging als ‘loodzand’.

< >