plantengesl. der Gramineae, waartoe meer dan 300, voorn, in warme en trop. streken voorkomende, soorten werden gerekend, o.a. granen, aetherische oliën producerende gewassen en wilde, niet aromatische grassen. Verschillende groepen heeft men echter als afzonderlijke geslachten afgesplitst; zo brengt men de granen en verwante vormen tegenwoordig meest tot het gesl.
Sorgum, de grasoliegewassen tot de gesl. Cymbopogon en Vetiveria.Tot de wilde A.soorten behoren o.a. in Indon. een aantal vrij grove grassen met matige voederwaarde, waarvan verschillende vooral in jonge toestand graag door het vee gegeten worden. Zij blijven in de droge tijd lang groen en staan daardoor bij de bevolking goed aangeschreven. Enkele soorten zijn in de Ver. St. van betekenis als prairiegrassen. A.citratus D.C. (z. Cymbopogon citratus STAPF) wordt in Indon. ‘sereh dapoer’ genoemd en gebruikt als keukenkruid en geneesmiddel.
De bladeren leveren bij destillatie de W. Indische lemongras-olie.
A.flexuosus NEES (Z. C.flexuosus STAPF) het Malabargras, levert de O.Indische lemongras-olie. A. halepensis BROT. (Z. Sorgum halepense PERS.), Aleppo- of Johnsongras, een overblijvend gras uit het Middellandse Zeegebied, is in veel warme streken ingevoerd als voedergras.
A. martini ROXB. (Z. C. martini STAPF) is de producent van de palmarosa- of Turkse geraniumolie. A.nardus L. (z. C. nardus STAPF) is het citronellagras; uit de bladeren wordt voorn, in Indon. (sereh wangi) de citronella-olie gewonnen.
A.sorghum BROT. (Z. S. vulgare PERS.) de sorghum, is een der oudste graangewassen van de oude wereld en thans nog van grote betekenis in onvruchtbare, zeer droge streken, waar andere granen niet willen gedijen. De var. sudanense, Soedangras, is in tegenstelling tot de gewone sorghum nagenoeg vrij van blauwzuur en vormt een waardevol voedergras. A.zizanioides URBAN (Z. Vetiveria zizanioides STAPF) bezit welriekende wortels (Indon. akar wangi), die bij destillatie vetiver-olie leveren.