Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Grasoliegewassen

betekenis & definitie

zijn aromatische, grove, ca 1 m hoge pollen vormende, overblijvende grassoorten, die in verschillende trop. en subtrop. streken geteeld worden voor de winning van aetherische oliën, de z.g. grasoliën. Zij werden vroeger tot het gesl.

Andropogon gerekend, thans meestal tot de gesl. Cymbopogon en Vetiveria. De eerste vormen de olie in de bladeren, de laatste in de wortels. De belangrijkste g., de er uit gewonnen oliën en de voorn. productielanden zijn de volgende: C.citratus STAPF, O.Ind. lemongrasolie, Guatemala; C. flexuosus NEES, W. Ind. lemongrasolie, India en Madagascar; C.martini STAPF, Turkse geranium- of palmarosa-olie, India en de Seychellen: C. nardus STAPF, citronella-olie, Java en Ceylon: V. zizanioides STAPF, vetiverolie, Java en Réunion.

< >