is de naam voor apomietische zaadvorming, d.w.z. zaadvorming zonder bevruchting. Het omvat parthenogenesis, apogamieen adventief- of nucellair-embryonie.
Bij parthenogenesis ontstaat het zaad-embryo uit de onbevruchte eicel, bij apogamie uit een andere cel der embryozak (synergiden, embryozakkern, antipoden). Er zijn drie fam., waarbij parthenogenesis en apogamie veel voorkomen, nl. Rosaceae, Compositae en Gramineae.
Het is gebleken, dat de apomictische soorten t.o.v. normaal geslachtelijke verwante soorten vaak polyploid zijn. Bij adventiefembryonie tenslotte groeit een gewone cel van de zaadknop (een nucellus-cel) de embryozak binnen en ontwikkelt zich daar tot een embryo (b.v. bij Citrus); het is dus een soort van knopvorming of vegetatieve voortplanting (z. fig.; z. ook Apomixis).