A. calamus L., kalmoes. In Ned. inheemse moerasplant behorende tot de fam. der Araceae of Aronskelkachtigen.
Bladeren rietachtig. Bloeiwijze een bloeikolf, als bij de aronskelk. Naast de op het N. halfrond voorkomende A.calamus is er in Japan nog ccn soort. de kalmoes vindt men in Indon. algemeen in het gebergte, wild en/of aangeplant. Zij wordt daar meestal aangeduid met een naam die van eenzelfde woord is afgeleid als het Jav. dringo. Kalmoes vindt toepassing voor medicinale doeleinden, in de likeurstokerij en in de koekenbakkerij. Gebruikt wordt de wortelstok (Rhizoma Calami, Ned. Ph. Ed. V). Deze bevat als belangrijkste bestanddelen 1,5 tot 3,5 % vluchtige olie en de bitterstof acorine.