Het toppunt van Nederland

Aad Struijs (2002)

Gepubliceerd op 30-07-2018

Hoenderloo

betekenis & definitie

De Veluwe is met een oppervlakte van 2000 vierkante kilometer veruit het grootste aaneengesloten natuurgebied in Nederland. Het wisselt geregeld stuivertje met de Noordzeebadplaatsen als het om de populairste vakantiebestemming van de Nederlanders gaat. Het Nationale Park De Hoge Veluwe (55 vierkante kilometer groot) vormt het hart van de Veluwe.

Het is het eerste natuurgebied dat het op particulier initiatief tot Nationaal Park schopte. Ooit was het privé-bezit van het echtpaar Kröller-Müller. Dat zwom in het geld, dankzij een florerend scheepvaartbedrijf en belangen in mijnen en de handel. In 1909-1912 kochten zij een lap Veluwe van 6800 hectare voor het destijds astronomische bedrag van acht miljoen gulden. De dorpssmid van Ede kreeg de schrik en de order van zijn leven toen de heer Kröller zijn smederij binnenstapte met de opdracht veertig kilometer hek te leveren voor het afrasteren van het privé-jachtterrein. De smid werkte er jaren aan. Het sprookje van de Kröller-Müller's kent geen happy end. In de crisisjaren ging hun bedrijf failliet. De Staat der Nederlanden kocht het privé-domein voor een schijntje en maakte er het grootste omheinde nationale park van Nederland van.

Mevrouw Kröller-Müller had smaak als het om kunst ging. En ze zat ruim genoeg in de slappe was om die dure hobby te kunnen bekostigen. Dat resulteerde in een van de beroemdste particuliere kunstverzamelingen ter wereld, met de nadruk op schilderijen, beelden en tekeningen uit de 19de en vroege 20ste eeuw. Mevrouw Kröller-Müller verwierf vooral werk van Vincent van Gogh en zijn impressionistische tijdgenoten. Gelukkig liet zij testamentair vastleggen dat de werken altijd bij elkaar moesten blijven. Zo ontkwam de verzameling aan het faillissement en vormt die nu de basis van de collectie van het museum, dat uit dankbaarheid naar het echtpaar is vernoemd. Museum Kröller-Müller is gebouwd naar een ontwerp van de Belgische architect Henri van de Velde. Het is een monumentaal ensemble van kunst, architectuur en natuur.

Achter het museum ligt de grootste beeldentuin van Europa. Het 21 hectare grote parkbos biedt een boeiend overzicht van de ontwikkelingen in de beeldhouwkunst vanaf het einde van de 19de eeuw tot heden. Er staat werk van onder anderen Auguste Rodin, Henry Moore, Barbara Hepworth, Richard Serra, Mario Merz, Jean Dubuffet en Claes Oldenburg.

Het echtpaar Kröller-Müller verzamelde niet alleen kunst, maar liet ook het jachtslot Sint-Hubertus bouwen. Het ontwerp is van architect H.P. Berlage. Hij tekende ook voor het interieur, tot het meubilair, het servies en de deurknoppen toe. Berlage liet zich inspireren door de legende van Sint Hubertus, de schutspatroon van de jagers, die zich bekeerde nadat hij een hert met een kruis in het gewei was tegengekomen. Het jachtslot (gebouwd tussen 1915 en 1920) heeft daarom zijvleugels in de vorm van een hertengewei. Het omkranst een hoge toren, die het kruis voorstelt.

Het is voor Nederlandse begrippen uniek dat een architect opdracht krijgt een jachtslot te bouwen. Nog opmerkelijker is dat dit symbool van kapitalistische pronkzucht werd gebouwd door Berlage, een socialist in hart en nieren. Het jachtslot prijkt in de Monumenten Top 100 en is alleen te bezoeken onder leiding van een gids. Reserveringskaartjes zijn verkrijgbaar bij het bezoekerscentrum De Aanschouw in het hart van het Nationale Park de Hoge Veluwe.

Achter het bezoekerscentrum, midden in het park, is het Museonder verborgen. Het is het eerste ondergrondse museum ter wereld. De bezoeker daalt er af in de duistere wereld onder het maaiveld en kan daar onder het reusachtige wortelstelsel van een 140 jaar oude beukenboom wandelen, van dichtbij het ondergrondse dierenleven bespieden, naar pratende zwerfkeien luisteren en grondwater oppompen. Een dwarsdoorsnede van de Nederlandse bodem geeft uitleg over de waterhuishouding. Het Museonder is te bereiken via het bezoekerscentrum Hoge Veluwe. In dit bijzondere gebouw, met bomen die dwars door het dak groeien, krijgen bezoekers informatie over de natuur, het landschap en de geschiedenis van de Hoge Veluwe.

In het Nationale Park liggen 30 kilometer verharde wegen voor auto's en 42 kilometer fietspad. Wat in de jaren zestig en zeventig in Amsterdam mislukte, is op de Hoge Veluwe een groot succes: de witte fietsen. Ze staan niet op slot. Bezoekers kunnen er gratis een lenen. Er is echter één voorwaarde: de witte fiets moet 's avonds wel weer worden gestald bij een van de ingangen van het park, anders ontaardt het in fietsendiefstal. Het park bezit duizend witte fietsen. Er staan ook tandems - ideaal om bijvoorbeeld met visueel gehandicapten door het park te fietsen. Als er sneeuw ligt zijn er witte sleetjes te leen.

Wandelaars of fietsers die zich heel rustig gedragen en op het juiste tijdstip op pad gaan, hebben een kans een edelhert, het grootste in het wild levende zoogdier in Nederland in het vizier te krijgen. Het majestueuze dier komt alleen voor op de Veluwe en in de Oostvaardersplassen* (Fl). Het wordt edelhert genoemd, omdat vroeger alleen edelen op het dier mochten jagen. Mannetjes wegen 250 kilo en dragen een indrukwekkend gewei, dat soms wel 12 kilo weegt. In ons kleine landje kunnen de imposante dieren overigens niet buiten de hulp van de mens. Dankzij die bijstand leven er op de Veluwe nog enkele honderden edelherten min of meer in het 'wild'. Het is niet iedereen vergund dat met eigen ogen te zien. Edelwild is schuw.

Dat geldt ook voor het andere wild dat op de Veluwe voorkomt, bijvoorbeeld reeën. De dieren hebben een uitstekend ontwikkeld reuk- en gehoororgaan waarmee zij een mens al op grote afstand in de smiezen krijgen. Bij het minste of geringste gevaar gaan ze aan de haal. Het is dus een misverstand dat je met je auto naar het wild kunt gaan kijken: raampje open, koekje of appeltje naar buiten en hup, daar komt het opdraven! Zoiets lukt soms met wilde zwijnen. Dat zijn brutale rakkers en voor de dooie dood en de mens niet bang. Maar die 'VVV-zwijnen' of 'zuurtjeszwijnen', zoals ze smalend worden genoemd, hebben natuurlijk niets met écht wild te maken.

De kans een edelhert of ree in de kijker te krijgen is het grootst tijdens speciale wildspeurtochten onder leiding van een gids. Van half september tot half oktober staan op de Veluwe bronst- of burltochten op het excursieprogramma. Die 'peepshows voor alle leeftijden' gunnen de deelnemers een voyeuristische blik op de mannetjesherten die druk in de weer zijn om voor nageslacht te zorgen. Met indrukwekkende oergeluiden proberen de mannetjes op vrijersvoeten hun bruid te versieren. Die bronstroep, het zogeheten burlen, lijkt nog het meest op het gebrom van een valse misthoorn. Eventuele concurrenten worden met veel geweld verjaagd. Wildspeur- en burltochten zijn er onder andere in Ede, Elspeet, Epe, Nunspeet, Vierhouten en in het Nationale Park de Hoge Veluwe.

Op de Veluwe zwermt ook het vliegend hert rond. Dat is geen gevleugelde variant van het edelhert, maar het grootste insect dat in West-Europa voorkomt. En groot is hij. Een volwassen exemplaar kan wel negen centimeter lang worden. Het vliegend hert dankt zijn naam aan reusachtige geweivormige kaken. De engerd ziet er gevaarlijk uit. Maar dat is pure opschepperij. Want ondanks die imponerende kaken kunnen de hertenkevers nauwelijks van zich afbijten. Dat is ook niet nodig, want het zijn vegetariërs. Dat geldt niet voor de ringslang, de grootste slang die in Nederland voorkomt.