Het toppunt van Nederland

Aad Struijs (2002)

Gepubliceerd op 30-07-2018

Amsterdam

betekenis & definitie

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland. Het is ook de stad met de meeste inwoners (meer dan 730.000) en het boegbeeld en de magneet van Holland Toeristenland. Jammer voor alle andere steden, maar voor buitenlanders is Amsterdam synoniem met Nederland.

De rest is gewoon the other Holland, zoals dat in het Engels heet. De cijfers bewijzen dat. Van de meer dan dertien miljard gulden die buitenlandse toeristen in Nederland besteden, wordt 4 miljard uitgegeven in Amsterdam. Van alle buitenlandse hotelovernachtingen neemt de hoofdstad 45% voor zijn rekening. In de Europese eredivisie van het stedentoerisme staat Amsterdam stevig op de vierde plaats, na Londen, Parijs en Rome.

De naam van de stad zingt al eeuwenlang rond over de wereld. In de 17de eeuw was Amsterdam de belangrijkste, machtigste en rijkste stad van de wereld. In de grootste historische binnenstad van Europa weerspiegelt de rijkdom van die Gouden Eeuw nog steeds in talloze monumenten, kerken, kapitale woonhuizen langs de grachten en in de kunstwerken in de Amsterdamse musea. Het wereldberoemde centrum staat op de nominatie een plaatsje te krijgen op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Tot die eredivisie van de belangrijkste monumenten in de wereld behoort onder andere de Stelling van Amsterdam*.

Amsterdam dankt zijn rijke verleden mede aan de Verenigde Oost-Indische Compagnie, of zoals de officiële naam luidt: De Generale Vereenichde Geoctroyeerde Oost-Indische Compagnie in de Geünieerde Nederlanden. De VOC was de eerste multinational in de wereld. Amsterdam fungeerde als de hoofdzetel. De leiding lag in handen van de 'Heeren Zeventien'. De VOC bezat het alleenrecht op de handel met Azië en vormde een staat binnen de staat, compleet met eigen geld en een eigen leger, dat de handelspositie beschermde en zo nodig hardhandig optrad tegen concurrenten of onwillige handelaren.

De VOC liet tussen 1602 en 1795 in totaal 1450 schepen bouwen. Die reusachtige vloot ondernam in totaal 4700 winstgevende reizen naar Azië. Dat maakte de VOC destijds tot de grootste en rijkste handelsonderneming ter wereld, met op het toppunt van zijn macht 25.000 man in dienst, onder wie 11.000 militairen. De schepen vervoerden vooral specerijen, porselein, zijde, katoen, kostbare houtsoorten, suiker, koffie en thee. Om alles te kunnen betalen verscheepte de VOC in twee eeuwen in totaal voor 600 miljoen (toenmalige) guldens aan goud en zilver naar Azië.

Op tal van plaatsen zijn herinneringen te vinden aan de VOC, bijvoorbeeld het Oost-Indisch Huis aan de Oude Hoogstraat, de gevels van de 500 meter lange touwbaan van de VOC (Wittenburgergracht 77-81) en de oudste VOC-pakhuizen (uit 1602) aan de Prins Hendrikkade, links van nummer 175. Vlak erbij (op nummer 131) woonde de zeeheld Michiel Adriaanszoon de Ruyter. Het Rijksmuseum en het Scheepvaartmuseum besteden uitgebreid aandacht aan het beroemde en beruchte handelsverbond.

TIP: In Nederland liggen twee replica's van VOC-schepen afgemeerd: de Amsterdam bij het Nederlands Scheepvaart Museum in Amsterdam en de Batavia in Lelystad*. Ze geven een goed beeld van de zware omstandigheden waaronder de bemanningen op deze notendoppen woonden en werkten. En zwaar was het. De reis naar de Oost duurde negen maanden. Onderweg werd de bemanning voortdurend belaagd door stormen, honger, dorst, ziektes en kapers. De arbeidsomstandigheden waren miserabel. Toch bestond er voor de VOC-werknemers al zoiets als een WAO-verzekering. Wie een rechterarm verloor kreeg achthonderd gulden uitbetaald. Het verlies van beide handen of benen leverde 1200 gulden smartengeld op.

De VOC bracht niet alleen grote rijkdom in Amsterdam, maar ook in de andere 'kamers' (aangesloten steden): Middelburg, Hoorn, Delft, Enkhuizen en Rotterdam. Ook daar zijn tal van VOC-monumenten te bewonderen.

Het succes van de VOC leidde in 1621 tot de oprichting van de West-Indische Compagnie. Die richtte zich op de handel met Midden- en Zuid-Amerika en West-Afrika. De WIC verdiende bloedgeld met de slavenhandel. Tussen 1626 en 1650 deporteerden de Hollanders zo'n 70.000 slaven vanuit West-Afrika naar het Caribisch gebied. Herinneringen aan de WIC zijn onder andere de pakhuizen aan de Peperstraat en het West-Indisch Huis aan de Haarlemmerstraat. In dit voormalige hoofdkantoor lag ooit de zilvervlootschat van Piet Heyn opgeslagen en kreeg Pieter Stuyvesant de opdracht het eiland Manhattan van de indianen te kopen.

De wortels van de Hortus Botanicus Amsterdam liggen in de Gouden Eeuw. De tuin opende in 1682 als 'artsenijhof', een kweektuin voor geneeskrachtige kruiden. Daarnaast verzamelde de Hortus exotische planten. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) zorgde voor de aanvoer.

Tegenwoordig zijn in dit 'levende museum' meer dan 8000 soorten planten uit de hele wereld te vinden. Er groeien veel zeldzame planten, waaronder een van de oudste potplanten ter wereld. Het is een ruim 300 jaar oude cycaspalm (Encephalartos altensteinii) die zijn leven als stekje in Amsterdam begon. Inmiddels is deze joekel 4,5 meter hoog.

In de Hortus Botanicus geuren ook de verre nazaten van de eerste koffieplant in Europa. Deze Coffea arabica werd door een Amsterdamse koopman in Ethiopië gestolen en belandde via omzwervingen in 1706 in de Amsterdamse Hortus. De botanicus Caspar Commelin veredelde de plant en stuurde zaden naar een Franse collega. Vanuit Frankrijk verspreidde de koffieplant zich over de Franse en Portugese koloniën in Zuid-Amerika. De Amsterdamse Hortus is dus de stammoeder van de koffiecultuur in onder andere Brazilië, de grootste koffieproducent ter wereld. Adres: Plantage Middenlaan 2a.

- Is Amsterdam is een tweedebotanische tuin te vinden. Het is fe Hortus Botanicus van de Vrije Universiteit. Dit paradijsje bezit onder meer de grootste collectie cactussen en vetplanten in Nederland. Het is ook de enige Nederlandse hortus met een collectie Penjingstenen en een boeiende collectie Bonsai. De stenen bevinden zich in een speciaal daarvoor ingerichte Chinese tuin. Penjing is een eeuwenoude Chinese kunstvorm, nauw verwant aan de Japanse Bonsai, met als elementen miniatuurplanten en stenen. De Penjingstenen en de Bonsaicollectie zijn uitsluitend in de zomermaanden te bewonderen. De tuinen en kassen van de hortus zijn het hele jaar open. Er groeien 10.000 soorten planten. Adres: Van Boechorststraat 8. Info: 020-4449390, www.hortus_vu.nl.

Amsterdam heeft de meeste bruggen van alle Europese steden. Alleen de binnenstad telt er al 600. Vanaf de brug op de kruising Keizersgracht/Reguliersgracht zijn er maar liefst vijftien te zien. De bijnaam ligt dus voor de hand: de Brug der Vijftien Bruggen. De Magere Brug is een van de meest gefotografeerde plekjes in Amsterdam.

De honderden bruggen overspannen het grootste grachtenstelsel ter wereld. In totaal zijn er 160 grachten. Die hebben samen een lengte van 75 kilometer, een oppervlakte van 171 hectare en een inhoud van twee miljoen kubieke meter.

TIP: In het aquarium van Artis* is te zien hoe smerig zo'n gracht er onder de waterspiegel uitziet. De vissen kunnen bijna geen vin voor ogen zien en moeten laveren tussen fietsen, matrassen en andere gedumpte rotzooi.

Vanaf 1600 groeide Amsterdam in amper een halve eeuw van 60.000 naar 220.000 inwoners. Om deze bevolkingsexplosie op te kunnen vangen, maakte het stadsbestuur in 1613 een begin met de aanleg van de grachtengordel voor de kapitaalkrachtigen en de Jordaan als armen- annex industriegebied. Wie die uitbreiding in 'vogelvlucht' wil zien, moet 's zomers het hoogste monument van Amsterdam beklimmen: de Westertoren; deze is 86 meter hoog en was in 1638 gereed. Hendrick de Keijzer was de architect. Een enorme keizerskroon bekroont het meest monumentale voorbeeld van de Hollandse Renaissance. Als dank voor verleende financiële hulp schonk keizer Maximiliaan van Habsburg de stad Amsterdam in 1489 het recht de keizerskroon boven het stadswapen te voeren. De kroon op de toren is bezet met 870 parels. Oorspronkelijk waren die van porselein, maar tijdens de laatste restauratie zijn ze vervangen door parels van glas.

In de Westertoren beiert een de 'heel-uursklok', een joekel van 7500 kilo met een diepe bronzen stem. Er hangt ook een helder klinkende 'half-uursklok' en daarmee is iets bijzonders aan de hand. Als het (bijvoorbeeld) half twaalf is, slaat de half-uursklok toch al twaalf keer. Door het onderscheid in toonhoogte weten ras-Amsterdammers haarfijn hoe laat het is.

In de Westerkerk werd Rembrandt van Rijn in 1669 in een armengraf begraven.

Een rondvaart door de Amsterdamse grachten is het populairste uitstapje in Nederland. Elk jaar schepen meer dan 3,5 miljoen toeristen en dagjesmensen in voor zo'n vaartochtje. De rederijen steken ook met verschillende varianten van wal, onder andere de Watertaxi, de Artis Express, varende theatervoorstellingen, dinerrondvaarten en de Museumboot, de varende schakel tussen de belangrijkste Amsterdamse musea.

TIP: Een goedkoop alternatief voor een rondvaart is een oversteek met de pont over het IJ. Die is gratis, maar de trip duurt dan ook maar drie minuten.

In de veelbezongen Amsterdamse grachten liggen de meeste woonboten van Nederland. Het zijn er 2400, waarvan 750 binnen de 17de-eeuwse Singelgracht, die de grachtengordel omringt. Wie met eigen ogen wil zien hoe zo'n drijvend huis er vanbinnen uitziet, kan aan boord stappen van de Hendrika Maria. Dit voormalige zeilend vrachtschip uit 1914 is het enige woonbootmuseum in de wereld. Het lijkt alsof de schippersfamilie even de wal op is gegaan, maar elk moment in de roef kan terugkeren. In het ruim is een huiskamer ingericht en zijn foto's, in- en exterieurs en modellen van woonboten tentoongesteld. Adres: Prinsengracht tegenover 296.

Een woonboot in het Singel tegenover nummer 40 is omgetoverd tot het enige drijvende kattenasiel in Nederland. Het aantal zwerfkatten dat aanmonstert op de Poezenboot wisselt voortdurend, van tientallen tot meer dan honderd. Sommige komen alleen een hapje eten, andere blijven logeren. Publiek is welkom.

TIP: Wie nóg meer katten wil zien kan naar het Kattenkabinet aan de Herengracht 497. Er hangen en staan kunstwerken die een beeld geven van de ontwikkeling van de kat in kunst en cultuur door de eeuwen heen.

De wijk Zeeburg had de primeur van een geheel nieuwe manier van wonen op het water. In 1999 gingen er de eerste drijvende villa's in Nederland voor anker. Een jaar later werd er het eerste drijvende openbare gebouw van Europa afgemeerd. Het dient als bezoekers- en informatiecentrum voor de wijk in wording, waar 45.000 mensen worden gehuisvest.

Iedere gids of kapitein van een rondvaartboot verkondigt in vier moderne talen dat Singel 7 het smalste huis ter wereld is. Het geveltje is inderdaad slechts 101 centimeter breed. Maar in werkelijkheid is het alleen maar de achteringang van een huis dat taps toeloopt en aan de voorzijde normale afmetingen heeft. Het is dus hooguit de smalste gevel. Toch is het smalste huis van Europa wel degelijk in Amsterdam te vinden. In de Oude Hoogstraat 22, tussen Dam en Kloveniersburgwal, staat een huisje van slechts 2,02 meter breed en zes meter diep. Het pandje heeft een heuse klokgevel.

Voor de komst van dierentuinen bestonden er koninklijke en keizerlijke verzamelingen van exotische dieren. Het gewone volk kon zich op kermissen en jaarmarkten vergapen aan rondreizende 'menagerieën'. In 1829 opende in Londen de eerste dierentuin die werd opgericht door en voor de burgerij (een zogeheten public zoo). Twee andere Engelse steden volgden spoedig daarna. In 1838 zwaaiden in Amsterdam de hekken open van de eerste dierentuin op het Europese vasteland en de op drie na oudste zoo ter wereld. Artis is de naam, een afkorting van Natura Artis Magistra (= de natuur is de leermeesteres van de kunst). Ondanks de hoge leeftijd is Artis nog steeds springlevend en volop bezig met vernieuwen en uitbreiden. In Artis zijn niet alleen dieren te zien. Er zijn ook een aquarium, Zoölogisch Museum, Geologisch Museum en het enige projectieplanetarium van Nederland.

Het kleinste winkeltje van Amsterdam (en waarschijnlijk van Nederland) staat aan de Gravenstraat tussen de nummers 17 en 19. Het heeft een vloeroppervlakte van krap 3,5 meter. Het winkeltje is een van de vele zaakjes die tegen de Nieuwe Kerk aanleunen. Ze worden ook wel de 'nesten' van de kerk genoemd.

Tussen de panden aan de Oudezijds Voorburgwal 86 en 88 wringt zich de Trompettersteeg. Met een breedte van krap 1 meter is het de smalste steeg van Amsterdam. Hoewel twee mensen elkaar hier nauwelijks kunnen passeren, is het - omgerekend per vierkante meter - misschien wel de drukste straat van Nederland. Het is namelijk het hartje van de grootste rosse buurt van Nederland en dat trekt horden passanten. In de met rode lantarentjes verlichte etalages van de peeskamertjes zitten dames die schaars zijn gekleed in de maandagochtendproductie van slechts één enkel zijderupsje.

De Kalverstraat is de drukste winkelstraat van Nederland. Café 't Doktertje aan de Rozenboomsteeg 5 heeft een oppervlakte van nog geen 18 vierkante meter en is daarmee het kleinste café van Amsterdam en misschien wel van heel Nederland. De naam stamt uit 1798 en verwijst naar de tijd dat alcoholische versnaperingen nog een medisch aureool hadden. Een mooi excuus om je glas nog maar eens te laten vullen. Het interieur is in de loop van de tijd versierd met een rijke verzameling oude instrumenten. Het doktertje houdt dagelijks behalve maandag spreekuur.

Het smalste restaurant ter wereld staat aan de Haarlemmerstraat 43: De Groene Lanteerne is 130 centimeter breed en heeft twee verdiepingen. In het stadswapen van Amsterdam staan onder drie andreaskruisen de woorden Heldhaftig, Vastberaden en Barmhartig. Daar zouden Opstandig en Vrijgevochten aan toegevoegd kunnen worden. Want in geen enkele stad in Nederland is zoveel geknokt en geprotesteerd als in Amsterdam, van het Aansprekers-, Aardappel-, Belasting-, Jordaan-, Kattenburg-, Pachters- en Palingoproer, tot de Februaristaking, het Bouwvakkersprotest en de Krakersrellen. Het vrijgevochten karakter van de stad blijkt ook uit een aantal wereldprimeurs, waaronder de eerste coffeeshops, de eerste seksmusea (Erotisch Museum, Oudezijds Voorburgwal 54 en Seksmuseum Amsterdam Venustempel, Damrak 18) en de eerste condoomwinkel (Condomerie Het Gulden Vlies, Warmoestraat 141).

Vroeger lieten alleen zeelieden en randfiguren tatoeages zetten. Tegenwoordig is het mode tot in de hoogste kringen. Kleurrijke voorbeelden van 'tattoo's' uit alle windstreken zijn te zien in het eerste tatoeagemuseum in de wereld. Het toont niet alleen instrumenten, boeken en foto's, maar ook getatoeëerde stukjes huid en een 2000 jaar oude gemummificeerde rijkversierde arm uit Peru. Tatoeëerders geven demonstraties. Adres: Oudezijds Achterburgwal 130.

De Albert Cuypmarkt is de grootste en drukste dagmarkt van Europa. Op doordeweekse dagen slenteren er 20.000 bezoekers langs de 270 kramen; op zaterdag is het twee keer zo druk. Kijk vooral ook eens achter de kramen, want daar bevinden zich talrijke speciaalzaken, eethuisjes, koffiehuizen en bezienswaardigheden.

Een van de strenge wetten van de 'Cuyp' is, dat het recht op een vaste standplaats niet overgaat van ouders op kinderen. De meeste kooplieden geven daarom hun plekje niet zo gemakkelijk op. Een beroemd voorbeeld is de visvrouw Beertje van Rheenen. Zelfs nadat zij met pensioen was gegaan, zat de 'koningin van de Cuyp' nog meer dan een kwart eeuw bijna elke dag in haar kraam, zodat de vaste standplaats zo lang mogelijk voor haar kleinzoon behouden bleef. Na haar dood moest de kleinzoon het veld ruimen voor een ander. Gegadigden genoeg, want er staan negenduizend zogeheten 'sollicitanten' op de langste wachtlijst van Nederland. Het kan wel twintig jaar duren voordat iemand een vaste standplaats op de 'Cuyp' bemachtigt.

Elke marktdag worden enkele vrije plaatsen onder de sollicitanten verloot. Op maandag en op dagen met slecht weer maakt een sollicitant de meeste kans op zo'n eendagsplek. De verloting (op de hoek van de Albert Cuypstraat en de 1e Sweelinckstraat) levert 's morgens rond negen uur een rumoerig spektakel op, waarbij soms harde woorden en zelfs klappen vallen.

De Albert Cuypmarkt is de aorta van de Pijp. Het is waarschijnlijk de stadswijk waar de meeste nationaliteiten wonen. Niet minder dan 126 geven er geur en kleur aan een smeltkroes van culturen. In de Pijp kan een blinde boodschappen doen door zijn neus achterna te lopen. Geuren wijzen de weg naar kramen en winkeltjes vol kruiden, exotische hocus-pocus, vissen uit de zeven zeeën en blozend fruit uit de hele wereld. Ook talloze restaurantjes soleren in die symfonie van geuren, gecomponeerd uit de succesnummers van alle wereldkeukens. In de Pijp zijn zoveel talen te beluisteren, dat daarbij vergeleken de bouwplaats van de Toren van Babel een congres van esperantisten was. Uit de woningen, kroegjes en eethuizen waait wereldmuziek naar buiten.

Tot de talloze kleurrijke winkels in de Pijp behoort onder Peppino La Gelateria, van de familie Tofani (1e Sweelinckstraat 16). Het is waarschijnlijk de oudste ijssalon van Nederland. 'Als in het voorjaar de luiken van de ijssalon opengaan, is de lente pas echt begonnen,' zeggen ze in de Pijp. Oprichter Tofani kwam in 1928 naar Amsterdam voor de Olympische Spelen. Zijn ijskar op het Stadionplein was zo in trek, dat hij besloot voorgoed te blijven.

De kleinste briljant ter wereld schittert bij Van Moppes Diamonds. Het juweeltje van 0,0012 karaat heeft een diameter van 0,05 millimeter. Het slijpen van de 58 facetten nam in 1949 drie maanden in beslag. Het edelsteentje is zo klein, dat het tijdens het slijpen geregeld zoek raakte. Tijdens gratis rondleidingen (elk dag) toont Van Moppes ook replica's van de beroemdste en grootste diamanten ter wereld, waaronder de Britse kroonjuwelen die in Amsterdam werden gekloofd. Adres: Albert Cuypstraat 26.

Achter een onopvallend poortje aan de rand van het Vondelpark gaat een verborgen verrassing schuil: de Hollandsche Manege Het is een van de laatste en mooiste stadsmaneges van Europa. De architect A.L. van Gendt (vooral bekend als bouwmeester van het Concertgebouw) liet zich in 1882 inspireren door de beroemde 'Spaanse Rijschool' in Wenen. Het gebouw en het sfeervolle interieur zijn sindsdien nauwelijks veranderd en ademen de grandeur en de allure van lang vervlogen tijden. De stadsmanege is de enige plek ter wereld waar het carrouselrijden met dames in dameszadel wordt beoefend. De Hollandsche Manege is ook in architectonisch opzicht een hoogstandje. Het is de eerste hal in de wereld met een lichtgewicht stalen dankconstructie met stalen dragers. Deze techniek zorgde voor een revolutie in de bouwwereld. Open: ma-vr 10-23, za/zo 10-17. Adres: Vondelstraat 140. Info: 020-6180942.

De bekendste bloemenmarkt van Nederland - op het Singel, tussen Munttoren en Koningsplein - is al sinds 1862 in alle seizoenen het fleurigste en geurigste stukje Amsterdam. De bloemenhandelaren stallen hun koopwaar uit op drijvende schuiten. Het is een overblijfsel uit de tijd dat alle bloemen en planten op deze markt dagelijks vers per schuit werden aangevoerd vanuit de tuinbouwgebieden rond Amsterdam. Maar tegenwoordig komen de bloemen en planten uit alle delen van de wereld. Open: ma-vr 9-18, za 9-17.

Op de Zeedijk staat de eerste boeddhistische tempel van Nederland. In zijn soort is deze Fo Kuang Shan Tempel uniek in Europa. Het ontwerp is van de Nederlandse architect Fred Greven. Hij baseerde zich op de eeuwenoude Chinees-boeddhistische stijl. Voor de bouw van bepaalde delen, zoals het dak, moesten speciale bouwmeesters en -materialen uit China overkomen. Het complex bevat onder meer meditatie- en gebedsruimten. Het is versierd met glimmende vogels en draken die bescherming moeten bieden tegen kwade invloeden. De tempel vormt het spirituele hart van de Zeedijkbuurt, die door de aanwezigheid van talloze Chinese winkels, restaurants en andere ondernemingen zo'n oriëntaalse uitstraling heeft, dat mag worden gesproken van de eerste China Town in Nederland.

Aan de gevel van het 75 meter hoge Okura Hotel laat de grootste barometer van Nederland zien wat voor weer het de volgende dag wordt. Straalt de luifel een blauwe kleur uit, dan staat Amsterdam een zonnige dag te wachten. Groen licht betekent dat er slecht weer op komst is. Een naturelkleur voorspelt wisselvallig weer. Kleurenblinden kunnen maar beter de weersverwachting van het KNMI of van Meteo Consult raadplegen. Adres: Ferdinand Bolstraat 333.

Amsterdam is het beginpunt (zo u wilt eindpunt) van de oudste spoorlijn van Nederland: Amsterdam-Haarlem*. Het Centraal Station van Amsterdam, een schepping van architect Cuypers, behoort samen met de spoorwegkathedraal van Groningen* tot de mooiste stations van Nederland.

De eerste elektrische stadstram in Nederland reed in 1900 in Amsterdam. Nog steeds is de hoofdstad een echte tramstad. Toeristen en dagjesmensen wordt aangeraden de Circle Tram (lijn 20) te nemen. Die rijdt langs alle musea en bezienswaardigheden.

Eens in de vijf jaar (de eerstvolgende keer in 2005) wenden talloze tall ships en honderden andere majestueuze zeilschepen de steven naar Amsterdam voor een van de grootste zeilevenementen in de wereld: Sail Amsterdam. Ze veranderen het IJ in een zee van zeilen.

Het Java-eiland is de thuishaven van een van de weinige varende clippers in Europa: de Stad Amsterdam. Het is een replica van het ijzeren clipperfregat Amsterdam, gebouwd in 1854. Dat was een juweeltje: 78 meter lang met 2200 vierkante meter zeil aan masten. De Amsterdam verging met man en muis. Het schip werd voor het laatst gezien bij Sint-Helena. Wat er daarna precies gebeurde, blijft een raadsel. Aangenomen wordt dat de lading is gaan schuiven tijdens een orkaan die in september 1866 over de Noord-Atlantische Oceaan joeg.Met zijn scherpe boeg en slanke romp is de clipper volgens velen het mooiste scheepstype dat ooit op de zeven zeeën voer. Het was in ieder geval het snelste zeilschip. De opening van het Suezkanaal in 1869 en de verbetering van de stoommachine betekenden het einde van de 'hazewindhonden van de zee'. De replica Stad Amsterdam is gebouwd op een werf bij het Nederlands Scheepvaartmuseum in het kader van een werkervaringsproject voor jongeren.

Aan de Vierwindenstraat 10 leidt een smal steegje naar de oudste scheepswerf van Amsterdam. Het is zonder twijfel ook een van de oudste nog bestaande scheepswerven van Nederland. Het werfje begon in 1627 onder de naam Het Avontuur en is sinds 1885 eigendom van de familie Bierenbroodspot. Het is een van de vele fotogenieke plekjes op de drie westelijke eilanden (Realen-, Prinsen- en Bickerseiland). Deze kunstmatige eilanden werden in de Gouden Eeuw aan het IJ ontworsteld om te dienen als stapelmarkt voor de goederen die vanuit alle windstreken naar wereldhaven Amsterdam werden gebracht. Men noemde de westelijke eilanden in die tijd de 'voorraadschuren van Europa'. Later verrezen er ook woningen en bedrijven. Veel pakhuizen zijn tot appartementen verbouwd. In dit geïsoleerde en minder bekende stukje Amsterdam (op amper 1 kilometer van het Centraal Station) is het heerlijk wandelen langs de grachtjes met hun fraaie ophaalbruggetjes. Aan de schilderachtige Zandhoek staat café-restaurant De Gouden Reael, dat fungeerde als decor voor de gelijknamige bestseller van Jan Mens (1940).

In 1826 toog Pantaleon Gerhard Coenraad Hajenius vanuit Doesburg naar Amsterdam om een sigarenmagazijn te beginnen. Het moest een chique topzaak worden. Zijn droom ging niet in rook op. Binnen de kortste keren leverde de jongeman sigaren aan koningshuizen en VIP's in heel Europa. Het Huis Hajenius is nog steeds het grootste en meest gerenommeerde sigarenhuis van Nederland. En het mooiste. Ook niet-sigarenrokers raken diep onder de indruk bij het binnentreden van de sfeervolle winkel aan het Rokin. Het majestueuze pand met zijn art deco inrichting, leer, bladgoud, marmer, kroonluchters en glas in lood is in 1914 speciaal als sigarenwinkel gebouwd. Dat betekent dat er geen likje verf aan te pas kwam. In de winkel bevinden zich een bibliotheek, een sigarenbar, een klimaatkamer en een kluisjeswand (humidor lockers) waarin bekende Nederlandse sigarenrokers hun voorraadje allerbeste Hajeniussigaren bewaren. Eén telefoontje en een koerier brengt de huisvoorraad weer op peil. Er is ook een klein museum. Adres: Rokin 92-96.

Het Nationaal Brilmuseum Amsterdam bezit de grootste verzameling brillen in Nederland. De collectie geeft een beeld van 700 jaar kunst, cultuur en geschiedenis van de bril. In de bijpassende Brillenwinkel zijn ongedragen monturen van de afgelopen 100 jaar te koop. Adres: Gasthuismolensteeg 7.

Het Amsterdamse Bos is met een oppervlakte van 935 hectare het grootste stadsbos van Nederland. Het werd vanaf 1934 deels aangelegd als werkverschaffingsproject. De geestelijke vader ervan was Jac. P. Thijsse (zie: Bloemendaal). Hij wilde de natuur in de buurt van de stad brengen. Het Amsterdamse Bos ligt 4 meter onder NAP en heeft een rijke flora en fauna. In het bos ligt de bekende Bosbaan (een roeibaan) en is ook het Bezoekerscentrum Bosmuseum te vinden. Het voorziet de rijke natuur van een toelichting. Er is bijvoorbeeld een diorama met opgezette vogels en zoogdieren te zien. Voor kinderen zijn er spannende ondergrondse gangen, waarin veel te ontdekken valt over de geheimen van de dieren die daar leven en over boomwortels. Adres: Koenenkade 56.

Heineken behoort tot de grootste bierbrouwers in de wereld. De 22-jarige Gerard Adriaan Heineken legde de basis voor de multinational. In 1864 kocht hij de uit 1592 daterende brouwerij De Hooiberg aan de Nieuwezijds Voorburgwal 176-180, op dat moment de grootste brouwerij van Amsterdam. Snel bleek het pand te klein. In 1867 startte de bouw van een nieuwe brouwerij aan de Stadhouderskade. Van daaruit is de productie inmiddels overgebracht naar de brouwerijen in Den Bosch en Zoeterwoude* (waar de grootste brouwerij van Europa staat).

De voormalige brouwerij in Amsterdam is nu een Ontvangstgebouw voor iedereen die meer wil weten over de geschiedenis van het bier en over Heineken en zijn producten. Bezoekers worden er rondgeleid in het karakteristieke roodkoperen brouwhuis en in de stallen, want nog steeds heeft de brouwerij haar stoere brouwerspaarden. Dagelijks maakt een vierspan voor de brouwerijwagen een rit door Amsterdam. De toegangsprijs van twee gulden komt geheel ten goede aan het Rode Kruis, Terre des Hommes en het Wereldnatuurfonds. Adres: Stadhouderskade 78.

Amsterdam bezit het op een na grootste gemeentearchief van Europa (alleen het archief van Rome is groter). Er staat 35 kilometer archiefstukken. Toch is het geen saaie bedoening. Iedereen met belangstelling voor de geschiedenis van zijn familie, straat, buurt of bedrijf kan er terecht. Ook zijn er kunsthistorische collecties, foto's, tekeningen, kaarten, affiches, bouwtekeningen, de Amsterdam-bibliotheek en een collectie beeld en geluid. Tweemaal per jaar is er een tentoonstelling. Adres: Amsteldijk 67.

De bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam is de grootste bibliotheek van Nederland. De UB bestaat uit de Universiteitsbibliotheek aan het Singel en elf faculteitsbibliotheken verdeeld over ruim dertig locaties in de stad. Het bezit van die reusachtige boekenkast omvat 4 miljoen banden, 14.500 lopende tijdschriftabonnementen, 200 middeleeuwse en 70.000 moderne handschriften, 500.000 brieven en 145.000 kaarten. De collecties zijn verspreid over alle takken van de wetenschap.

Het begijntje Cornelia Arens had maar één wens: zij wilde in de goot begraven worden. Dat verzoek werd in 1654 ingewilligd. Op het Begijnhof markeert een perkje de plek van het unieke graf in de goot.

Op het Begijnhof staat een van de oudste houten huizen van Nederland. Waarschijnlijk is het zelfs het oudste in zijn soort. Het Houten Huys verrees kort na de grote stadsbrand van 1421, die ook het 14de-eeuwse Begijnhof in de as legde. Adres: Begijnhof 34.

Op de Zeedijk herbergt een houten huis uit 1520 de oudste kroeg van Amsterdam. Tot de stamgasten van café In 't Aapjen behoorden vroeger vooral zeelieden, die er zopen, aten, sliepen en dingen deden die God verbood. Als varensgasten de rekening niet kon betalen, liet de waard ze poffen met de woorden: 'Breng de volgende keer maar een aapje voor me mee.' En dat deden ze. Maar de dieren zaten onder de luizen. Het ongedierte nam gretig een overstapje op de stamgasten. Als iemand krabbend over straat liep, kreeg hij te horen: 'Je hebt zeker in de Aap gelogeerd.'

Het hoogste punt van Nederland ligt 322,5 meter boven NAP (bij Vaals, L*), het laagste ligt 6,74 meter onder NAP (bij Nieuwerkerk aan den IJssel*, ZH). Maar wat is NAP? Het is de afkorting van Normaal Amsterdams Peil, dat in vrijwel heel Europa wordt gebruikt als ijkpunt voor hoogtemetingen. In de passage tussen het Stadhuis en het Muziektheater markeert een bronzen knop het enige echte Normaal Amsterdams Peil. Naast het ijkpunt laten twee met water gevulde glazen kolommen zien hoe hoog het Noordzeewater op dat moment staat bij Vlissingen en IJmuiden. Angstaanjagend is het niveau in het derde kijkglas. Het toont de hoogte van de vernietigende stormvloed van 1953 (+5 meter NAP). In de Passage hangt ook een dwarsdoorsnede van het gebied tussen het IJsselmeer en de Noordzee, met daarbij een toelichting op de waterhuishouding in Nederland. Adres: Waterlooplein/Amstel 1.

www.easyEverything.com. Dat is het digitale adres van het grootste internetcafé van Nederland. Volgens de initiatiefnemers het op dit moment zelfs het grootste cybercafé ter wereld. Maar dat kan elk moment veranderen en is natuurlijk makkelijk na te zoeken op internet. In het internetcafé easyEverything@Rembrandtsquare staan 650 beeldschermen. Het is 24 uur per dag geopend. Adres: Reguliersbreestraat 22.

Het Rijksmuseum Amsterdam is met bijna 1 miljoen voorwerpen en 1,2 miljoen bezoekers per jaar het grootste en drukst bezochte museum voor kunst en geschiedenis in Nederland. Wereldberoemd is de collectie Nederlandse schilderkunst uit de 17de eeuw, waaronder meer dan twintig Rembrandts (met als stralend middelpunt een van de beroemdste kunstwerken in de wereld: De Nachtwacht), vier Vermeers en veel andere topstukken van onder anderen Frans Hals en Jan Steen.

Maar het Rijksmuseum biedt meer dan schilderijen. Er zijn ook prachtige verzamelingen kunstnijverheid, beeldhouwkunst, zilver, Delfts Blauw, glas, prenten, foto's, mysterieuze Aziatische kunst, tapijten, mode en meubelen. Heel boeiend is ook de afdeling Nederlandse geschiedenis.

Die geeft een overzicht van de ontwikkeling van Nederland vanaf de Tachtigjarige Oorlog tot de Tweede Wereldoorlog. Dat gebeurt onder meer met portretten, scheepsmodellen, (kunst)voorwerpen, meubels, wapens en vele curiositeiten. Bijvoorbeeld: de originele boekenkist, waarin Hugo de Groot Slot Loevestein in het Gelderse Poederoijen* ontvluchtte, het stokje waarop Johan van Oldenbarnevelt leunde toen hij het schavot beklom, het beulszwaard waarmee hij werd onthoofd, de inventaris van Het Behouden Huys, in 1596 door Willem Barentsz gebouwd voor de eerste overwintering van Europeanen binnen de poolcirkel, het achterschip van het Engelse vlaggenschip Royal Charles, dat door Michiel Adriaansz de Ruyter werd buitgemaakt tijdens de Tocht naar Chatham en een reusachtig schilderij van de Slag bij Waterloo. In de tuin van het Rijksmuseum zijn veel bouwfragmenten te vinden. Bijvoorbeeld de Hoog-Arkelpoort uit Leerdam, die hier in 1893 is neergeplant. Het verhaal gaat dat edelman Jan de Sterke van Arkel zijn naam eer aandeed door zich met paard en al aan een balk in deze stadspoort op te trekken.

In het Rijksmuseum staat het duurste poppenhuis van Nederland. Het was eigendom van Petronella Oortman en is waarschijnlijk tussen 1686 en 1690 vervaardigd. Alleen al de kast is een kunstwerk, met inlegwerk van schildpad en fijn gegraveerd tin. Het verhaal gaat dat tsaar Peter de Grote opdracht gaf om het poppenhuis te maken, maar dat hij het niet kon betalen. De kosten waren dan ook astronomisch. Petronella Oortman gaf tussen de 20.000 en 30.000 gulden uit voor het poppenhuis en de inrichting ervan. Ter vergelijking: een leuk grachtenpand kostte in die tijd een slordige tien mille.

Het Rijksmuseum bestaat al 200 jaar. Het begon in 1800 in een vleugel van paleis Huis ten Bosch in Den Haag. De eerste eigen aankoop was De Bedreigde Zwaan van Jan Asselijn. Voor dit schilderij, dat nog steeds een van de topstukken van het Rijksmuseum is, werd indertijd de lieve som van 95 gulden neergeteld. In 1808 verhuisde onze Nationale Schatkamer naar Amsterdam en was daar te zien in het Paleis op de Dam* en in het Trippenhuis*. In 1885 betrok het museum het huidige imposante gebouw, dat de allure heeft van een kathedraal. Deze mengeling van gotiek en renaissance is de grootste en belangrijkste schepping van architect P.J.H. Cuypers. Het gebouw is een kunstwerk op zich, met talloze ornamenten, tegeltableaus en beeldhouwwerk. Als het carillon speelt, zingen de muzen mee, want in elk van de veertien klokken is een dichtregel gegoten. Het is een klankvolle bloemlezing uit de Nederlandse poëzie, van het Wilhelmus tot Lucebert.

De Schuttersgalerij van het Amsterdams Historisch Museum is de enige plek in de wereld waar de schilderijen gewoon op straat hangen. Om ze tegen weersinvloeden te beschermen is het straatje voorzien van deuren en een glazen overkapping. Toch blijft het een heus straatje, waar je gratis en voor niks doorheen kunt wandelen en kunt genieten van reusachtige portretten van schuttersgilden (stadsmilities) uit de 16de en 17de eeuw. De schilderijen waren te groot om in het museum zelf opgehangen te worden - vandaar deze oplossing. Het Museumstraatje is te bereiken via het prachtige poortje aan de Kalverstraat 92.

De grootste kunstroof uit de geschiedenis vond plaats op 14 april 1991. Dieven gingen er 's nachts vandoor met twintig schilderijen uit het Van Gogh Museum. De waarde werd geschat op 1 miljard gulden. Veel plezier hebben de rovers er overigens niet aan beleefd, want binnen een halfuur vond de politie de buit terug in de kofferbak van een auto. De geroofde werken hangen nu weer in volle glorie in het Van Gogh Museum. Dat bezit ruim 200 schilderijen, 500 tekeningen en 700 brieven van een van Nederlands beroemdste schilders. Het is de grootste Van Gogh-collectie in de wereld. Daarnaast is werk te zien uit diverse 19de-eeuwse stromingen en richtingen, zoals het Realisme, het Impressionisme en het Symbolisme. Er hangt ook werk van kunstenaars die Van Gogh bewonderde, onder wie vooruitstrevende tijdgenoten, zoals Gauguin, Monet, Seurat en Toulouse-Lautrec, maar ook traditionele schilders als Ary Scheffer en Léon Lhermitte. Adres: Paulus Potterstraat 7.

TIP: De op één na grootste collectie Van Goghs ter wereld hangt in Rijksmuseum Kröller Müller in Otterlo* (G).

Het is het museum met de 'kleinste' collectie. De 1500 kunstwerken die in het Miniatuur Museum voor Hedendaagse Kunst hangen zijn niet groter dan 10 bij 10 centimeter. Toch geven ze op grootse wijze een nagenoeg compleet beeld van de moderne kunst. Adres: Meibergdreef 9.

Dat liften veilig zijn, hebben we te danken aan ene meneer Otis. Deze Amerikaanse beddenfabrikant vond in 1853 de 'veilige vanginstallatie' uit. Simpel gezegd: een stel handjes op de liftkooi die zich in de liftschacht vastgrijpen als de kabel onverhoeds breekt. Het systeem bewees zijn nut toen in de jaren dertig van de vorige eeuw een vliegtuig de 67ste verdieping van The Empire States Building in New York binnenvloog en de liftkabel doorsneed. De liftkooi viel zestig verdiepingen naar beneden, maar de liftbediende en zijn passagiers kwamen er met de schrik en wat builen en schrammen vanaf. Het is een van de anekdotes die aan bod komen in Energetica, het enige liftmuseum ter wereld. Er zijn diverse liftmodellen te zien, waaronder de eeuwig ronddraaiende Paternosterlift. Daarvan is er nog maar één in bedrijf, namelijk in het Scheepvaarthuis* in Amsterdam. Energetica is gevestigd in een oude elektriciteitscentrale en toont verder onder meer industriële en huishoudelijke apparaten, elektromotoren, dynamo's, transformatoren, stofzuigers, strijkijzers, wasmachines, verlichting en radio's. Adres: Hoogte Kadijk 400.

De fabriek van sigarettenproducent Rothmans Manufacturing is eigenlijk één groot kunstmuseum. In de kantoren, gangen en tussen de machines hangen en staan originele kunstwerken van Nederlandse en internationale kunstenaars. De unieke Peter Stuyvesant Collectie werd gestart om de fabriek te verlevendigen en de medewerkers in staat te stellen de ontwikkelingen in de kunst te volgen. Een selectie uit de 100 beeldhouwwerken en 900 schilderijen is op aanvraag te bezichtigen. Adres: Drentestraat 21.

TIP: Ook in de Rothmans-fabriek in Zevenaar (G) is een selectie uit de bedrijfscollectie te zien.

Het Kindermuseum in het Tropenmuseum is het eerste kindermuseum in Nederland. Het is alleen open voor bezoekertjes van 6 tot en met 12 jaar. In een programma van vijf kwartier wordt met zang, dans, muziek en verhalen een tentoonstelling over verre culturen tot leven gebracht. Volwassenen en oudere kinderen zijn daar niet bij en blijven in het Tropenmuseum. Maar ook daar is genoeg te zien en vooral ook te beleven: wandelen over een Javaans erf, dwalen door drukke Arabische straatjes, verdwalen in het tropisch regenwoud, op visite in een nomadentent of meedoen met een Braziliaans carnaval. De collectie bestaat uit gebruiksvoorwerpen uit (sub)tropische landen, omringd door geluiden, foto's, video's en interactieve programma's die het dagelijks leven van de makers en gebruikers tot leven brengen. Adres: Linnaeusstraat.

TIP: Musea met permanente presentaties voor kinderen zijn onder andere ook het Wereldmuseum Rotterdam, het Zuiderzeemuseum* in Enkhuizen, het Joods Historisch Museum* in Amsterdam, het Legermuseum* in Delft en het Maritiem Museum* in Rotterdam

Het Dagboek van Anne Frank is het meest vertaalde Nederlandse boek. Het verscheen in 55 talen. De totale oplage loopt in de tientallen miljoenen. Het Achterhuis, waar Anne haar belevenissen en hartsgeheimen aan haar dagboek toevertrouwde, is een van de populairste toeristische trekpleisters van Nederland. Toch is het geen pretpark, maar een ingetogen museum met een hartverscheurend verhaal en de boodschap: Dit Nooit Meer!!! Vol respect, vaak diep ontroerd passeren elk jaar meer dan 800.000 bezoekers de draaibare boekenkast die toegang geeft tot het Achterhuis. Anne, haar zusje Margot, haar ouders en vier andere onderduikers leefden er ruim twee jaar op elkanders lip. 'Wij schuilen, wij zijn geketende Joden, geketend aan één plek, zonder rechten… wij moeten moedig zijn en sterk,' schrijft Anne op 11 april 1944. 'Het fijnste vind ik nog, dat ik wat ik denk en voel tenminste nog op kan schrijven, anders zou ik compleet stikken.' (16 maart 1944). Nog geen vijf maanden later wordt de schuilplaats verraden. Anne en Margot Frank sterven in maart 1945 in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Alleen vader Otto Frank overleeft de hel.

In 1999 is het Anne Frankhuis uitgebreid met een nieuwe vleugel. Ook het Voorhuis is teruggebracht in de sfeer en stijl van de onderduikperiode. Hier bevonden zich het kantoor en de magazijnen van Opekta, de specerijenfirma van Otto Frank. Het Voorhuis speelde een belangrijke rol in de geschiedenis van de familie Frank, omdat het in feite het Achterhuis camoufleerde en omdat hier Miep Gies en de andere helpers van de onderduikers werkten.

Anne Frank en haar dagboek werden een belangrijk symbool van de holocaust. Geheel in haar geest worden in het Anne Frankhuis tentoonstellingen georganiseerd die waarschuwen voor racisme en antisemitisme en die pleiten voor een democratische en pluriforme samenleving. Adres: Prinsengracht 263.

Museum Vrolik. Vreemde naam, want van vrolijkheid is geen sprake. Het museum toont namelijk aangeboren afwijkingen, die op sterk water zijn gezet of op een andere manier geprepareerd. De basis werd in 1795 gelegd door de Amsterdamse geleerden Gerard en Willem Vrolik. Het naar vader en zoon genoemde Museum Vrolikianum genoot in de 19de eeuw internationale faam en werd omschreven als het grootste en mooiste particuliere museum in Europa. Het is gevestigd in het AMC, Meibergdreef 15.

Het Entrepotdok is het grootste complex pakhuizen in Europa. De opslagplaatsen, met de namen van Nederlandse en Belgische steden, werden in 1827 gebouwd als douanevrije opslagplaats van nog niet geïmporteerde goederen. De pakhuizen zijn tot appartementen verbouwd. Loop het poortje tussen 'Schiedam' en 'Stavoren' naar de Binnenkadijk eens in en neem de trap naar boven. Daar is goed te zien hoe donker en diep de pakhuizen vroeger waren en welke oplossing de architect vond om er moderne woningen van te maken.

Typerend voor Amsterdam zijn de halsgevels. Het Witte Huijs torst de eerste monumentale halsgevel. Het werd in 1637 gebouwd door Philips Vingboons voor Michiel Pauw, een van de oprichters van de West-Indische Compagnie. Het stadspaleis biedt nu onderdak aan de uitgebreide collectie decor- en kostuumontwerpen, maskers, kleding, miniatuurtonelen, marionetten, rekwisieten, affiches, videofragmenten en dergelijke van het Theatermuseum. Adres: Herengracht 168.

Voor de vondst van het Groninger aardgas in Slochteren* werd gas geproduceerd door steenkool te verhitten. Dat gebeurde in gasfabrieken. Ze zijn allemaal gesloopt, op één na. De Westergasfabriek is de enig overgebleven gasfabriek in Nederland. Het complex is in 1885 ontworpen door architect I. Gosschalk in neorenaissancestijl. Het is tegenwoordig in gebruik als cultureel centrum. Adres: Haarlemmerweg 8.

De Amsterdam ArenA is het eerste volledig overdekte voetbalstadion in ons land. Bovendien is het met 50.820 zitplaatsen het grootste overdekte stadion van Europa. De UEFA verleende het vijf sterren, de hoogste kwalificatie die er is. FC Ajax is een van de vaste bespelers van de sporttempel. Geregeld vinden er (pop)concerten en andere happenings plaats. Op het veld is dan plaats voor 17.000 mensen. De Amsterdam ArenA is 235 meter lang, 180 meter breed en 77 meter hoog. Het dak bestaat uit twee bewegende schelpen van 40 x 118 meter en 520 ton. Het sluiten en openen neemt ongeveer 20 minuten in beslag. De grasmat van 10.000 m2 ligt in een betonnen bak. Uniek voor Europa is dat er rond het speelveld een strook kunstgras ligt. Dat is overigens het enige gras dat niet regelmatig hoeft te worden vervangen. Direct onder de grasmat ligt het Transferium, een twee verdiepingen tellende parkeergarage voor 2000 auto's. Precies onder de middenstip van het veld loopt een vierbaans autoweg door. Zeven dagen per week zijn er World of Ajax tours: lange en korte rondleidingen (ook speciaal voor kinderen en gehandicapten). Deelnemers kijken achter de schermen en bezoeken het Ajax Museum. Het toont de geschiedenis van Ajax als een spannend jongensboek, vanaf de eerste partijtjes op een grasveldje aan de rand van Amsterdam in 1900, tot de legendarische Europacupwedstrijden die wereldwijd honderden miljoenen mensen aan de televisie kluisterden. De collectie bestaat uit oude foto's, documenten, bekers en andere zwaarbevochten trofeeën. Ook zijn persoonlijke bezittingen van legendarische Ajacieden te zien.

TIP: Voetballiefhebbers die liever het 'Hand in hand kameraden' horen, kunnen hun roodwitte hart ophalen in het Feyenoordmuseum in De Kuip in Rotterdam*.

De Pathé Arena naast de Amsterdam ArenA is het walhalla voor filmfans. Het is met veertien zalen en 3250 stoelen, of beter gezegd fauteuils, de grootste bioscoop in Nederland. Elke tien minuten start een nieuwe film. De grote zaal biedt plaats aan 600 bezoekers. De andere zalen hebben een capaciteit van 118 tot 300 zitplaatsen.

Het Tuschinski Theater is ontegenzeglijk de mooiste bioscoop van Nederland. Het luxueuze droompaleis van de Poolse bioscoopexploitant Abram Tuschinski bezit weelderige decoraties, expressionistische schilderkunst, exotische houtsoorten, gekleurd marmer, handgeknoopte tapijten, kroonluchters, reliëfs en beelden. Het in- en exterieur zijn een voorbeeld van art deco, maar er zijn ook elementen in te herkennen van Jugendstil en de Amsterdamse School. Een van de pronkstukken is een Wurlitzer-pijporgel, waarmee vroeger 'stomme films' werden begeleid. In de maanden juli en augustus is er iedere zondag- en maandagochtend om 10.30 uur een rondleiding. Groepen zijn het hele jaar welkom. Adres: Reguliersbreestraat 26-28.

Een bewegende vloer, een draaiende zaal, trillende stoelen, wind, geuren, geluid, theatereffecten en een speciale driedimensionale bril prikkelen alle zintuigen in Holland Experience, het eerste 3D-theater in Nederland. Gezeten in vliegtuigstoelen maken de bezoekers een realistische reis langs vele toeristische toppers in Nederland. Adres: Waterlooplein 17.

Amsterdam is de stad met de meeste monumenten in Nederland. Het zijn er ruim zevenduizend. Dat is 15% van het totale aantal monumenten in ons land (44.752). Geen wonder dus dat Amsterdam de vestigingsplaats is van de Stichting Open Monumentendag, die sinds 1986 elke tweede zaterdag van september een groot monumentenfeest organiseert. In zo'n 350 gemeenten zijn dan duizenden monumenten gratis te bezoeken. Er komen 750.000 bezoekers op af. De Open Monumentendag is daarmee het grootste eendaagse culturele evenement in Nederland.

Als het oudste gebouw van Monumentenstad Nummer Eén verdient de Oude Kerk natuurlijk een plaatsje in de Top 100. Maar het godshuis dankt die eervolle vermelding in de eregalerij van Monumentenzorg ook aan de bouwgeschiedenis. De kerk onderging in de loop der eeuwen een totale metamorfose, van eenbeukige kerk, via hallenkerk tot een kruisbasiliek. Deze ontwikkeling is volstrekt uniek. Dat geldt ook voor de houten vertaling ervan. Zelfs de bogen bijvoorbeeld zijn in hout uitgevoerd. Adres: Oudekerksplein.

In de toren van de Oude Kerk hangt een van de negen carillons die regelmatig hun klanken over de stad strooien. Amsterdam is daarmee de stad met de meeste klokkenspellen ter wereld.

Op de Dam staat het grootste Koninklijk Paleis van Nederland. Het werd in het midden van de 17de eeuw gebouwd als riant onderkomen voor het gemeentebestuur. Omdat Amsterdam in die Gouden Eeuw de rijkste en belangrijkste stad van de wereld was, moest het stadhuis het symbool worden van macht, welvaart, burgertrots en zelfverzekerdheid. Bouwmeester Jacob van Campen heeft zich uitstekend van die taak gekweten. Hij ontwierp een voor Nederlandse begrippen immens en monumentaal gebouw. De bouw begon in 1648, onmiddellijk na de Vrede van Munster, die het einde van de Tachtigjarige Oorlog betekende. Zeven jaar later volgde de officiële opening van het belangrijkste voorbeeld van de barok in Nederland.

Bij het ontwerpen en inrichten keken de vroede vaderen niet op een paar duiten. Zij schakelden onder anderen de Antwerpenaar Artus Quellinus in, een van de beste beeldhouwers van zijn tijd. Ook vooraanstaande schilders, zoals Rembrandt en Ferdinand Bol, leverden hun bijdrage aan het rijke interieur. Het resultaat was zo indrukwekkend dat het paleis het 'Achtste Wereldwonder' werd genoemd. Om de kracht en macht van de stad nog eens extra te benadrukken werd het wonder bekroond met een bronzen Atlas die boven op de achtergevel van het paleis het hemelgewelf op zijn schouders torst. Sterke kerel, deze Atlas, want de koperen wereldbol heeft een doorsnede van 3,32 meter en weegt 1000 kilo.

In 1808 verwisselde koning Lodewijk Napoleon de Haagse residentie voor Amsterdam. Hij nam het stadhuis op de Dam in gebruik als Koninklijk Paleis. Het statige gebouw heeft tegenwoordig hoofdzakelijk een representatieve functie. Het wordt onder meer gebruikt tijdens staatsbezoeken, voor de nieuwjaarsrecepties van de koningin en voor andere officiële ontvangsten. Omdat het paleis in verband met evenementen gesloten kan zijn, verdient het aanbeveling van tevoren even te bellen: 020 6204060. Tijdens de rondleidingen door het Top 100-monument wordt ook een bezoek gebracht aan de belangrijkste vertrekken in het paleis, zoals de Burgerzaal, de Vierschaar en de Burgemeesterskamer.

TIP: voor een vorstelijk dagje uit kan men ook terecht in paleis Het Loo in Apeldoorn* en Museum Het Paleis in Den Haag.

Het graf van Jacob van Campen, de bouwmeester van het Paleis op de Dam, bevindt zich in de St. Joriskerk* in Amersfoort (U).

Een van de grootste synagogen ter wereld is de Portugees-Israëlitische Synagoge van Amsterdam. Het bedehuis werd in 1671-1675 gebouwd naar een ontwerp van D. Stalpaert en E. Bouwman. De synagoge doorstond alle geweld dat op de zwartste bladzijden van de geschiedenis met bloed en tranen is neergeschreven. Het gebouw verkeert in redelijk gave toestand. Ook de inrichting bleef nagenoeg volledig bewaard. De bibliotheek van de synagoge behoort tot de oudste van de wereld. Niet alleen in kunst- en architectuurhistorisch opzicht, maar ook vanwege zijn betekenis voor de joodse geloofsgemeenschap, is de synagoge op de Monumenten Top 100 geplaatst.

TIP: De Portugees-Israëlitische Synagoge is een van de vier synagogen rond het Jonas Daniël Meijerplein, waar vóór de Tweede Wereldoorlog het hart van joods Amsterdam klopte. In een van de bedehuizen is het Joods Historisch Museum gevestigd. Het toont een uitgebreide collectie voorwerpen met betrekking tot de joodse religie, de band met Israël, de vervolging en overleving, de joodse cultuur en de geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland. Er is een speciale afdeling voor kinderen. Adres: Jonas Daniël Meijerplein 2-4.

Tot het Joods Historisch Museum behoort ook het dakloze geraamte van de voormalige Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan. Tussen juli 1942 en september 1943 werden hier 60.000 tot 80.000 Amsterdamse joden als vee bijeengedreven, in afwachting van hun transport naar het doorgangskamp Westerbork*, het voorportaal van de hel die in het oosten wachtte. Als de muren hier konden getuigen, dan zouden ze zwijgen. Er zouden alleen maar tranen uit rollen. De voormalige schouwburg is nu een indrukwekkend monument. Een educatieve tentoonstelling met foto's, documenten en video's vertelt over de jodenvervolging in Nederland. In de gedenkruimte brandt een eeuwige lamp en herinneren 6700 familienamen aan de 102.000 joden die uit Nederland zijn gedeporteerd naar de concentratie- en vernietigingskampen. Aan de voet ligt zand uit Israël. Een eenvoudige plaquette herinnert aan Walter Süskind, die erin slaagde vele joodse medeburgers, vooral kinderen, te laten onderduiken. Zelf stierf hij in het zicht van de bevrijding in kamp Auschwitz.

Achter de Stopera bevindt zich op het Waterlooplein de bekendste rommelmarkt van Nederland. Het Waterlooplein is een droefgeestig overblijfsel van wat eens het 'Jeruzalem van het Westen' werd genoemd, de jodenbuurt. In elke straat zijn nog steeds herinneringen aan de weggevaagde joodse gemeenschap te vinden. Bijvoorbeeld het door Berlage ontworpen gebouw van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond, een bolwerk van joods proletariaat te midden van deftige patriciërshuizen, het voormalige Portugees-Israëlitisch Ziekenhuis en gebouw Plancius, eens een hoeksteen van het joodse culturele leven. Om de hoek, in het Plantage Westermanplantsoen, tegenover Artis, staat het aangrijpende oorlogsmonument voor het kunstenaarsverzet en voor Gerrit van der Veen, leider van de heldhaftige aanslag op het Amsterdamse Bevolkingsregister op 27 maart 1943. Van der Veen wist te ontsnappen, maar raakte later ernstig gewond bij een poging verzetsstrijders te bevrijden uit het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Hij werd in de rug geschoten, maar wist ternauwernood te ontsnappen. Twee weken later werd zijn onderduikadres verraden. De zwaargewonde Gerrit van der Veen kreeg de doodstraf. Voor het vuurpeloton hielden zijn vrienden de brancard overeind, want de verzetsheld wilde staande sterven.

De Amsterdamse School is de enige echt oorspronkelijke bouwstijl die Nederland in de 20ste eeuw heeft voortgebracht. Kenmerken van deze bouwstijl uit de periode van circa 1910 tot 1930 zijn het bijzondere gebruik van baksteen en dakpannen, waarmee niet alleen opmerkelijke en fantastische vormen zijn gecreëerd (bijvoorbeeld golvende gevels, vreemde torens en uitbouwsels), maar ook allerlei mozaïekachtige structuren en versieringen. Opvallend zijn ook de kleine vensters, de massiviteit en de vele decoratieve elementen, zoals smeed- en beeldhouwwerk. Het Amsterdams Scheepvaarthuis wordt in het algemeen beschouwd als het eerste bouwwerk dat volledig in de stijl van de Amsterdamse School is gerealiseerd. Het kantoorgebouw voor zes Amsterdamse rederijen werd tussen 1912 en 1916 gebouwd. Het ontwerp is van J.M. van der Mey, in samenwerking met M. de Klerk en P. Kramer. In- en exterieur zijn rijk versierd, want op geld werd niet gelet. Geen wonder dus dat de veelal straatarme havenarbeiders het Scheepvaarthuis beschouwden als het bolwerk van kapitalistische macht. Adres: Prins Hendrikkade 108.

TIP: Ook buiten de hoofdstad zijn voorbeelden van de Amsterdamse School te vinden, zoals de gebouwen van de Landbouw Universiteit in Wageningen en de Bijenkorf in Den Haag.

In de Nederlandse Monumenten Top 100 prijken - op een enkele uitzondering na - gebouwen die meer dan een eeuw oud zijn. De wereldbond van architecten, de Union Internationale d'Architectur (UIP), stelde een lijst samen van de duizend belangrijkste 20ste-eeuwse gebouwen in de wereld. In die prestigieuze eredivisie staan dertien Nederlandse gebouwen, waarvan vier in Amsterdam, namelijk het Burgerweeshuis, dat in 1960 verrees naar een ontwerp van Aldo van Eyck, de Openluchtschool, de Beurs en het Spaarndammerplantsoen. De laatste twee staan ook in de Top 100.

De Openluchtschool aan de Cliostraat 40 is een ontwerp van Johannes Duiker (1924) en wordt beschouwd als het hoogtepunt van de Stijl. Duiker is de enige Nederlandse architect die met twee ontwerpen op de UIP-wereldlijst voorkomt. Hij is ook de bouwer van het Hilversumse sanatorium Zonnestraal. Openluchtscholen werden aanvankelijk gebouwd voor tbc-patiëntjes. Later verschenen ook openbare openluchtscholen. Bij het ontwerp lag de nadruk op licht, frisse lucht en veel ruimte.

De Beurs aan het Damrak, ontworpen door dr. H.P. Berlage (1903) wordt beschouwd als het eerste voorbeeld van de moderne bouwkunst in Nederland. Berlage was de motor achter het Rationalisme. Het doel van deze idealistische stroming was te komen tot een volledig nieuwe architectuur, die bij zou dragen aan de vorming van een betere maatschappij. Er werd bijvoorbeeld steun betuigd aan de opkomende vakbeweging. Berlage rekende af met de oude bouwstijlen, streefde naar een zuiver gebruik van bouwmaterialen als bakstenen en natuursteen, zonder deze te verstoppen achter pleisterlagen. Hij accentueerde de belangrijke punten in de constructie door natuursteen. Bij de Beurs zijn bijvoorbeeld bij de aanzetten van de bogen grote blokken natuursteen te zien. Ze benadrukken dat juist op die plaats de druk van de bogen moet worden opgevangen. Zo maakte Berlage de constructie zichtbaar.

Het belangrijke architectuurmonument omvat tegenwoordig onder meer twee concertzalen, een expositieruimte en een museum. Dat vertelt het verhaal over het gebouw en de geschiedenis van de beurshandel. Tweemaal per jaar is er een specifieke tentoonstelling over kunst, architectuur en vormgeving. Adres: Beursplein 1.

Het UIP- en Top 100-monument Spaarndammerplantsoen is een complex arbeiderswoningen van woningbouwvereniging Eigen Haard. Het werd tussen 1913 en 1920 gebouwd en is een van de bekendste voorbeelden van de Amsterdamse School. Het ontwerp is van architect M. de Klerk. Hij besteedde ook bijzondere aandacht aan de ligging en indeling van de pleinen, het stratenpatroon en de binnenhoven. De Klerk was van grote betekenis voor de Amsterdamse School. Na zijn overlijden in 1923 stierf ook deze stroming binnen de Nederlandse architectuur een langzame maar zekere dood. Niet alleen doordat de nieuwe stroming De Stijl de overhand kreeg, maar ook als gevolg van bezuinigingsdriften, de voorbodes van de crisisjaren. Bovendien werden de ideeën over stedenbouw niet meer door artistieke, maar door wetenschappelijke opvattingen gestuurd. De Klerks unieke complex omvat het Spaarndammerplantsoen 33 tot en met 103, Zaanstraat 198 tot en met 204 en 197 tot en met 203 en de Wormerveerstraat 17 en 19.

Het Deutzenhofje, Prinsengracht 855, is een Top 100-monument. Boven de poort staat:

Agneta Deutz laat hier haar liefde en Godsdienst blijken

Den Armen tot een troost, tot voorbeeld aan den Rijken

ANNO 1695

Agneta Deutz was een rijke Amsterdamse die per testament bepaalde dat een liefdadige stichting een hofje moest bouwen met kamerwoninkjes voor bejaarde dames. Het hofje is voornaam en deftig. In deze oase van rust in het hart van de stad is fraai beeldhouwwerk te vinden. Het Deutzenhofje is een karakteristiek voorbeeld van het historische, typisch Nederlandse gebruik om testamentair een liefdadige instelling in het leven te roepen, die zowel de stichter tot eer strekte, als de begunstigden van een beschermde oude dag verzekerde.

Het voormalig Hoofdpostkantoor aan de Nieuwezijds Voorburgwal 182/Spuistraat 137, met zijn opvallende kleurige stenen, dakkapellen en peervormige torentjes (die het gebouw de bijnaam Perenburg bezorgden), herbergt tegenwoordig het winkelcentrum Magna Plaza. Rijksbouwmeester C.H. Peters tekende in 1899 voor het ontwerp en belandde ermee in de Top 100. Zijn opdracht was een gebouw te maken dat niet alleen functioneel was voor het zich snel ontwikkelende post- en telegraafverkeer, maar dat bovendien representativiteit uitstraalde. Het resultaat was een gebouw met de allure van een stadspaleis.

Hotel American op de hoek van het Leidseplein/de Leidsekade is een ontwerp van W. Kromhout uit 1900. Dit Top 100-monument is een koppelteken tussen de 19de en de 20ste eeuw. American verbindt de stroming van het fin de siècle via de Nieuwe Kunst met de opvattingen van de Amsterdamse School. Opvallend in deze unieke uiting van de art nouveau zijn bijvoorbeeld de smeedijzeren decoraties, tegeltableaus, de overdadige toepassing van galerijen, erkers, balkons en dakkapellen, alsmede de gebrandschilderde ramen en wandschilderingen in de stijl van de Amsterdamse School.

'Het Huis met de Hoofden' noemen de Amsterdammers het dubbele woonhuis aan de Keizersgracht 123. Het is in 1622 gebouwd in de trant van bouwmeester Hendrik de Keyser en dankt zijn bijnaam aan de borstbeelden van Romeinse goden op de voorname voorgevel met zijn rijke decoraties. Er is geen ander dubbel grachtenhuis in Amsterdam uit het begin van de 17de eeuw dat nog zoveel van het interieur heeft bewaard. De indeling is nog grotendeels oorspronkelijk. Bureau Monumentenzorg, de huidige bewoner, kan zich geen toepasselijker huisvesting wensen dan dit Top 100-monument.

Museum Amstelkring is beter bekend onder de naam van de bekendste schuilkerk van Nederland die er vanaf het begin van de bouw (in 1661) in is gevestigd: Ons' Lieve Heer op Solder. Het kerkje is te vinden op de bergzolders van drie panden, die met elkaar waren verbonden. De gelovigen konden in het geheim de missen volgen via openingen in de zoldervloeren. Het ontwerp van Jan Hartman is sinds 1661 onaangetast gebleven. Bijzonder zijn onder andere het altaarstuk, voorstellende de Doop van Christus in de Jordaan, rond 1740 geschilderd door Jacob de Wit, en de inklapbare preekstoel, die in het altaar kan worden opgeborgen. Ons' Lieve Heer op Solder fungeerde 225 jaar als kerk. Het Top 100-monument is tegenwoordig een museum. In het grachtenpand zelf zijn stijlkamers ingericht met schilderijen, beelden en edelsmeedwerk. Adres: Oudezijds Voorburgwal 40.

Het Trippenhuis is bepaald geen doorsnee burgermanswoning. Integendeel. Het grote en grootse grachtenpand aan de Kloveniersburgwal 29 heeft een monumentaliteit en rijkdom die bijna on-Nederlands aandoet en staat daarom in de Top 100. Hier wilde iemand zijn rijkdom etaleren. Justus Vingboons bouwde het Trippenhuis in 1662 als dubbel woonhuis voor de gebroeders Louis en Hendrick Trip. Zij verwierven hun miljoenen in de ijzerhandel, de fabricage van oorlogstuig en de ontginning van ijzer- en kopermijnen in Zweden. Aan de overzijde van de gracht staat op nummer 26 het Kleine Trippenhuis. Volgens overlevering liet Hendrick Trip het in 1696 bouwen voor zijn koetsier, die had verzucht dat hij al blij zou zijn met een huisje ter breedte van een deur van het Trippenhuis.

TIP: Op een enkele uitzondering na zijn de monumentale grachtenpanden alleen vanbuiten te bekijken. Wie een blik achter de voordeur wil werpen, moet naar Museum Willet-Holthuysen. De 17de- en 18de-eeuwse inrichting is nog geheel intact en geeft een goed beeld van hoe een rijke Amsterdamse familie in die tijd leefde. Adres: Herengracht 605.

Amsterdam is de stad met de meeste historische gevelstenen. Ze stammen vooral uit de 17de en 18de eeuw, de tijd dat er nog geen huisnummers bestonden, want die werden pas door Napoleon verplicht gesteld. Voordien waren de huizen herkenbaar aan een gevelsteen. Die verwees meestal naar het beroep van de bewoner. Vroeger telde Amsterdam duizenden historische gevelstenen. Daarvan zijn er nog 726 over. Maar tegenwoordig verschijnen er geregeld - vaak heel geestige - nieuwe gevelstenen in de binnenstad. Aan de muur van het Historisch Museum prijkt een aantal historische gevelstenen, afkomstig van gesloopte panden.

TIP: Een soortgelijk 'openluchtmuseum' van gevelstenen is te vinden aan de Breedstraat in Alkmaar.

In een wijde boog rond Amsterdam ligt een ring van forten die de hoofdstad moesten beschermen tegen vijandelijke bedoelingen. Deze zogeheten Stelling van Amsterdam is een van de zes Nederlandse monumenten op de wereldlijst van de UNESCO en behoort dus tot de belangrijkste monumenten in de wereld. (zie: Schokland, Fl).

De Stelling van Amsterdam is 135 kilometer lang, bestaat uit dammen, dijken en sluizen en telt maar liefst 42 forten. Het is de grootste kringstelling ooit gebouwd. De verdedigingslinie werd honderd jaar geleden aangelegd. Wat nu ogenschijnlijk een serie onbeduidende heuveltjes is, met elkaar verbonden door schilderachtige landweggetjes en dijkjes, werd aan het begin van de 20ste eeuw gezien als een vernuftig en onneembaar militair bolwerk. Een Duits spionagerapport uit 1903 merkt op dat de Nederlandse bewapening weliswaar slecht is en de organisatie niet deugt, maar dat De Stelling een onneembare vesting is. De fortengordel ontleende die kracht aan het water, dat door de militaire strategen van vijand tot vriend werd gebombardeerd. De terreinen vóór de stelling konden namelijk binnen 48 uur onder water worden gezet. Dat gebeurde door middel van een omvangrijk en ingenieus stelsel van dijken, dammen, sluizen en gemalen. Die muur van water hield de vijand op veilige afstand. Zover kwam het nooit. De forten verloren hun militaire functie door de komst van moderne wapens, paratroepen, amfibievoertuigen en dergelijke. Nadat ze waren verlaten kreeg de natuur vrij spel. Het gevolg is dat de meeste forten worden omkranst door een grote rijkdom aan bomen, planten en dieren.

Tegenwoordig zijn ze in gebruik als opslagruimte, wijnkelder, jachthaven of centrum voor de brandweer. Sommige staan leeg. De verbindingswegen tussen de forten liggen er nog steeds en dragen namen als Genieweg, Communicatieweg of Fortweg. Ze zijn bij uitstek geschikt voor wandelaars en fietsers. Daarom heeft de ANWB een aantal van die rustieke weggetjes aan elkaar geknoopt tot een bewegwijzerde fietsroute van 200 kilometer. De route voert onder meer door zes recreatiegebieden. De Vereniging Natuurmonumenten organiseert excursies in en rond een zevental forten.

TIP: Een aantal forten van de Stelling van Amsterdam, waaronder Pampus (zie Muiden), is opengesteld voor publiek. Enkele forten herbergen een museum, namelijk Fort aan den Ham, Busch en Dam 2, Assendelft (Historisch museum); Fort Veldhuis, Genieweg 1, Heemskerk (Luchtoorlogmuseum Icarus et Mars); Bastion Oudpoort, Westwalstraat 6 in Naarden (Nederlands Vestingmuseum).

Fort de Kwakel, Fort 55, De Kwakel en de genieloods van Fort Kudelstaart Kudelstraatseweg 96, Kudelstaart bieden onderdak aan een galerie.

Restaurants of winkels zijn gevestigd in: Fort Benoorden Purmerend, Kwadijkerweg 8, Zuid-Oost Beemster; Fort aan de Drecht, Grevelingen 28, Uithoorn; De Vesting Naarden en Fort Waver, Waverdijk 19, Waverveen.