Het toppunt van Nederland

Aad Struijs (2002)

Gepubliceerd op 30-07-2018

Haarlem

betekenis & definitie

Met meer dan duizend beschermde monumenten is Haarlem de vijfde monumentenstad van Nederland. Het toppunt van dit erfgoed is de Grote of Sint-Bavokerk op de Grote Markt, misschien wel het mooiste plein van Nederland. d'Oude Baaf of Jan met de hoge schouders, zoals de Haarlemmers hun kerk noemen, dateert uit het begin van de 15de eeuw.

Er hebben nogal wat Vlaamse bouwmeesters en kunstenaars aan gewerkt. Het interieur is schitterend. Enkele inventarisstukken staan zelfs in de Monumenten Top 100, namelijk de koorbanken, die als voorbeeld van voorreformatorische kerkelijke kunst onovertroffen zijn, en het koperen koorhek met zijn vele details, dat tussen 1509 en 1515 is gegoten door Jan Fierens uit Mechelen. Het kunstwerk stelt een brandend braambos voor. Imponerend is ook de beeldengroep die tussen 1738 en 1741 door Jan Baptist Xavery uit één gigantisch blok marmer is gehouwen. Boven het kunstwerk verheft zich het beroemde Christiaan-Müllerorgel uit 1735. In 1766 speelde het toen 11 jaar oude wonderkind Wolfgang Amadeus Mozart erop tijdens een concerttournee door West-Europa.

In de Bavokerk zijn maar liefst 1350 grafstenen zichtbaar. Voor sommige overledenen is één grafsteen nauwelijks genoeg om alle verdiensten op te sommen. Uit vrees dat God geen Nederlands kan lezen, wordt de lofzang vaak voorzien van een Latijns bijschrift. Voor alle zekerheid. Maar er zijn ook overledenen die zich bescheidener opstellen. Soms te bescheiden. In de Sint-Bavo rust een Haarlemmer onder een zerk met de kortste graftekst in Nederland.

'IK' staat erop. En een nummer. Meer niet. Toch moet de onbekende vermogend zijn geweest, want het graf bevindt zich pal naast het koor, een plek die vroeger was gereserveerd voor VIP's. Het is onzeker of 'IK' de kortste graftekst in de wereld is. De kans bestaat natuurlijk dat ergens in een Engelstalig land een overledene uitziet naar het Hemels Jeruzalem onder de wel heel bondige tekst: 'I'.

In het koor van de Bavokerk is ook het graf van Daniël Cajanus. Een reuze vent. Precies 2,64 meter lang was hij, toen hij in 1749 overleed. Kajaan, zoals de reus in de volksmond werd genoemd, zag het levenslicht in 1703 in Finland, dat toen nog aan Zweden toebehoorde. Zijn enorme lengte maakte zoveel indruk, dat de Poolse koning hem ronselde voor het leger. Later trok Cajanus als kermisattractie door Europa. Met zijn optredens verdiende hij zoveel geld, dat hij zich kon inkopen in het Haarlemse Proveniershuis. In deze liefdadige instelling woonde hij tot aan zijn dood. De begrafenis was nog een hele klus. Het lijk woog zo zwaar, dat er twee paarden en een wagen aan te pas moesten komen om de kist de kerk binnen te rijden.

Enkele beenderen van Cajanus liggen in het Oudheidkundig Museum in Leiden. Het Frans Halsmuseum bewaart zijn hemd en een schoen. In de refter van het stadhuis hangt het levensgrote portret van de reus.

Een zwartmarmeren staafje op een zuil van de Brouwerskapel in de Bavokerk geeft de lengte van de reus Cajanus aan. Op dezelfde pilaar staat nog een markering, op 84 centimeter hoogte. Dat was de lengte van Simon Jane Paap uit Zandvoort. Deze dwerg trok ook van kermis naar kermis, waar hij zich tegen betaling in het rond liet gooien. Simon Jane Paap is dus eigenlijk 'de uitvinder van het dwerg werpen'. Maar dat werd hem fataal. Op een kermis in Dendermonde vergat een van de deelnemers hem op te vangen. Paap brak zijn nek. Familieleden droegen het lijkje in een boodschappentas naar de begraafplaats bij de hervormde kerk in Zandvoort. Daar werd de onfortuinlijke dwerg in 1828 begraven: 39 jaar oud en 14 kilo zwaar. Het graf is later geschonden en zijn gebeente is nooit teruggevonden. Het Frans Halsmuseum bewaart enkele herinneringen aan hem.

Haarlem telt nog een Bavo. Het is de Kathedrale Basiliek Sint Bavo, de laatst gebouwde kathedraal van West-Europa. De imposante kruisbasiliek is met zijn hoog oprijzende toren en grote koepel een opvallend merkteken van het bisdom Haarlem. Het godshuis is gebouwd tussen 1895 en 1906 in een stijl die de overgang vormt tussen neo-gothiek naar moderne bouwkunst. . De kerkruimte is volledig in geglazuurde bakstenen uitgevoerd. Het gebouw is rijk aan beeldhouwwerken, glasramen en edelsmeedwerk. Open: 1 apr-1 okt ma 13-16, di-vr 10-16, za/zo 13-16. Van eind april tot eind september zijn er iedere zaterdagmiddag om 15 uur gratis orgelconcerten. Adres: Leidsevaart 146 (ingang Bisschop Bottemanneplein). Info: 023-5533377.

Hofjes behoren tot de oudste vormen van bejaardenzorg. Meestal gaat het om een aantal popperige, gelijkvormige huisjes rond een binnenplaats, met een poortgebouw en een regentenkamer, waar het bestuur vergaderde. De hofjes werden gesticht door welgestelde kooplieden die onbemiddelde vrouwen op leeftijd een min of meer zorgeloze oude dag wilden bezorgden. De rijkaards deden dat waarschijnlijk uit pure naastenliefde, want belastingaftrek voor goede doelen bestond nog niet. Bij testament bepaalden zij welk geloof de inwoonsters moesten belijden, wat de minimumleeftijd was en hoeveel bewoonsters het hofje mocht tellen. Haarlem telt nog achttien hofjes, waaronder het oudste hofje van Nederland: de Bakenesserkamer of Bakenesserhofje aan de Wijde Appelstraat 11 Een VVV-wandelroute rijgt de Haarlemse hofjes aantrekkelijk aaneen.

De steenrijke koopman en zijdefabrikant Pieter Teyler van der Hulst liet met een deel van zijn nalatenschap het hofje aan de Koudenhoorn 64 bouwen. De rest van zijn vermogen werd gebruikt voor de bouw van het Teylers Museum, het eerste openbare museum in Nederland. Dit Top 100-monument werd in 1780 ontworpen door architect L. Viervant. De voorgevel aan het Spaarne is een ontwerp van de Weense architect Chr. Ulrich. De beroemde Ovale Zaal van deze tempel van kunst en wetenschap ging in 1784 open. Van heinde en verre stroomden de nieuwsgierigen toe om zich te vergapen aan het wonderbaarlijke rariteitenkabinet. Veel van de oorspronkelijke collectie is nog aanwezig en geeft een uniek beeld van de 18de-eeuwse wijze van verzamelen.

Het museum toont een bijzondere collectie schilderijen, onder andere van de Haagse en Romantische School. Daarnaast is er een wereldberoemde verzameling tekeningen te bewonderen van Italiaanse en Hollandse meesters, onder wie Michelangelo en Rembrandt. De ontwikkeling van de natuurkunde is goed te volgen in ruim 1200 instrumenten, bijvoorbeeld de grootste elektriseermachine ooit gebouwd. De collectie mineralen en fossielen kent enkele fameuze exemplaren, waaronder de kaken van de Mosasaurus, de 'zondvloedmens' en de grootste antimoniet ooit gevonden. Verder is er een numismatisch kabinet met West-Friese en Gelderse munten.

Teylers is weliswaar het oudste museum van Nederland, maar gaat wel met zijn tijd mee. Het was bijvoorbeeld het eerste museum in Nederland met een internetsite: www.teylersmuseum.nl. Adres: Spaarne 16.

Het bleef niet bij dat eerste museum. Het zijn er inmiddels ruim 1300. Gerekend naar het aantal inwoners is Nederland het land met de meeste musea. Ze staan keurig opgesomd in de gids Nederland Museumland, die elk jaar verschijnt. Die wijst niet alleen de weg naar meer dan 750 eerbiedwaardige Tempels van Kunst, Cultuur, Wetenschap en Techniek, maar ook naar die honderden achterkamertjes, rariteitenkabinetten en rommelzolders, die met zoveel liefde en toewijding tot particuliere museumpjes zijn verheven. Zonder de jaarlijkse editie van de Museumbijbel zou het publiek het bestaan niet kennen van het Rock-'n-Roll Museum*, handkarrenmuseum*, buitenboordmotorenmuseum*, of kikkermuseum* om maar een paar benjamins uit de museumwereld te noemen.

Haarlem is de geboorteplaats van Laurens Jansz Coster, de uitvinder van de boekdrukkunst met losse letters. De Duitsers beweren dat die eer toekomt aan Gutenberg. Maar onze oosterburen overdrijven wel vaker. Zelfs als ze gelijk hebben, dan is onze Laurens nog altijd de eerste boekdrukker van Nederland. Reden om hem op een voetstuk te plaatsen. Zijn standbeeld staat op de Grote Markt, waar hij op nummer 25 werd geboren. In zijn hand houdt hij de letter die hij uit de schors van een boom zou hebben gesneden. Volgens de legende viel de letter op de grond. Toen onze Laurens erop trapte ontstond een afdruk. Eureka! Het idee van losse drukletters was geboren. Over vallen gesproken. De Mechelse kunstenaar Louis Royer maakte in 1855 twaalf voorstudies voor het beeld. Toen het definitieve ontwerp zou worden gepresenteerd, deed zich een ongeluk voor. Het beeld viel om en moest volledig opnieuw worden gemaakt. Royer zelf viel zo goed in de smaak, dat koning Willem I hem in 1835 de eretitel 'Beeldhouwer des Konings' verleende.

TIP: Wie meer over de boekdrukkunst, de geschiedenis, verschillende procédés en dergelijke wil weten, vindt ook een grafisch museum in Groningen (Gr), Meppel (D), Zutphen (G), Westzaan, Etten-Leur (NB), Wouw (NB) en Maastricht (L). Ook Museum Joure (Fr) en het Van 't Lindenhoutmuseum in Nijmegen (G) hebben een grafische afdeling.

De vaklieden die in de voetsporen van Laurens Jansz Coster traden - de typografen - verenigden zich in een van de eerste vakbonden in Nederland: Typografia. Over deze en andere vakverenigingen, hun geschiedenis en betekenis in de Nederlandse maatschappij gaat de permanente expositie in het Nationaal Vakbondsmuseum. Het is gevestigd in de Burcht aan de Henri Polaklaan 9 in Amsterdam. Het schitterende gebouw met zijn prachtige trappenhuis is in 1900 gebouwd naar een ontwerp van architect H.P. Berlage.

Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemsche Courant is de oudste nog bestaande krant in de wereld. Op de hoek van de Grote Markt en de Grote Houtstraat siert een gevelsteen met de tekst 'In den blije druk' het pand waar op 8 januari 1656 de eerste editie van de pers rolde onder de titel Weeckelycke Courante van Europa.

Haarlem is het eindpunt (zo u wilt beginpunt) van de oudste spoorlijn van Nederland, Amsterdam-Haarlem. De officiële opening vond plaats op 20 september 1839. De eerste trein werd getrokken door de stoomlocs De Arend en De Snelheid. De lijn was een initiatief van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij. De HIJSM had hart voor zijn personeel. Het was het eerste bedrijf in Nederland dat de pensioengerechtigde leeftijd op 60 jaar stelde.

Langs de eerste spoorlijn werd in 1845 de eerste telegraaflijn van Nederland aangelegd.

TIP: Een replica van De Arend staat in het Nederlands Spoorwegmuseum* in Utrecht.

Originele railprofielen van de eerste spoorlijn zijn te zien in museum Noord-Nederlandse Spoor- en Tramweg Verzameling in Loppersum (Gr).

De Haarlemmerhout is een van de oudste stadsparken van Nederland, misschien zelfs het oudste. In deze lusthof vindt de wandelaar onder meer een 375 jaar oude, vijf meter dikke eik en een beeldje van Hildebrand (Nicolaas Beets, 1814-1903), die in zijn beroemde boek de Camera Obscura onder anderen Robertus Nurks, bijgenaamd een 'Onaangenaam mensch in den Haarlemmerhout' ten tonele voert.

TIP: Nicolaas Beets ligt begraven op de begraafplaats Soestbergen aan de Gansstraat in Utrecht.

In de beeldentuin van kasteel 't Nijenhuis bij Heino (O) staat het Hildebrandmonument van Jan Bronner. Alle bekende figuren uit de Camera Obscura hebben er een plaatsje in gekregen.

Het provinciaal bestuur van Noord-Holland zetelt in Paviljoen Welgelegen, een Top 100-monument. Dit grote neoclassicistische buitenhuis werd tussen 1786 en 1789 gebouwd door architect J.B. Dubois in opdracht van de bankier Henry Hope (1735-1811), die het statussymbool gebruikte als woonhuis, ontvangstruimte en kunstgalerij. De imponerende voorgevel leunt deels op dubbele Griekse zuilen, zodat het geheel het aanzien van een tempel heeft. Het rijke neoklassieke interieur is overweldigend. Adres: Dreef 3.

Het Spaarnestad Fotoarchief illustreert de wereldgeschiedenis vanaf het begin van de 20ste eeuw tot heden met meer dan drie miljoen foto's en een kwart miljoen dia's. Het behoort tot de oudste en grootste fotoarchieven van Europa. De collectie is overzichtelijk gerangschikt op onderwerp: personen, oorlog en leger, economie, natuur en wetenschap, sociaal leven, bestuur, godsdienst, kunst, topografie, mode en vrouwenleven. Uiteraard is het ene onderwerp meer vertegenwoordigd dan het andere. Dat geldt bijvoorbeeld voor het roomse leven, vanwege het katholieke karakter van de toenmalige uitgeverij Spaarnestad. Interessant daarbij zijn de retoucheaanwijzingen achter op de foto's. Er moesten nogal eens schaamteloze blote enkels van de dames weggewerkt worden.

De collectie is toegankelijk voor het publiek. Er worden ook afdrukken verkocht, bijvoorbeeld voor werkstukken of commerciële doeleinden. Uit de onuitputtelijke bron stelt het archief ook wisseltentoonstellingen samen. Voor achtergrondinformatie beschikt het Spaarnestad Fotoarchief over een omvangrijke bibliotheek met de leggers van tijdschriften waarin de foto's ooit zijn gepubliceerd. Adres: Groot Heiligland 47.

Op nieuwjaarsdag speelt het eerste elftal van de Koninklijke HFC traditiegetrouw een voetbalwedstrijd tegen de oud-internationals van Oranje. Het predikaat koninklijke is op zijn plaats, want de in 1879 opgerichte HFC is de oudste voetbalclub van Nederland. Het HFC-terrein is te vinden aan de Emauslaan.