Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

zitpenning

betekenis & definitie

Vergoeding voor het bijwonen van zittingen, vergaderingen enz. van een lichaam of commissie waarvan men deel uitmaakt; presentiegeld, vacatiegeld.

Wij kennen geen enkele minister die alleen maar minister is. Wij kennen er die blaren hebben van de zitpenningen, GHYSEN 1962, 20.

< >