Van of m. betr. t. pers. en dieren: door verstikking (doen) omkomen; (ver)stikken.
Het prille, wil de natuur voortbestaan, heeft een omhulsel nodig, zoals het kind een deken, die het echter dikwijls wegschopt, tenzij het er onder versmacht, JONCKHEERE 1967, 41.
M. werd door echtgenoot versmacht, Gazet v. Antw. 13/4/1977.