(Iem. iets) verkopen, inz. met de bijgedachte dat het te duur of voor de koper van weinig waarde is; (iem. iets) aansmeren, versjacheren; - gewest, ook: (zijn geld of goed) verbrassen, verteren.
- Zie ook de dialectwdb., o.a. C., R., S. en T.
Nol de stroper heeft z’n paard verlapt. Het bracht hem heel wat guldens in de maal, LANGENS 1947, 169.