(Iets) verkwisten, verspillen; - ook: versjacheren, verkopen.
- Zie ook de dialectwdb., o.a. BO, C., R., S. en T.
Voor den onstuimigen jongen was ’t een roekeloos waagstuk geweest zich alzo te verdoen - verkeerd gespeeld, de inzet verkletst! STREUVELS 1964, 181
Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: met kletsen doorbrengen, verdoen; vooral in de verb. zijn tijd verkletsen.