In toep. op waardeloze dingen, oude kleren enz.: vodden, prullen, (oude) rommel, (oude) spullen; soms bep.: afval.
Sam.: prondelkamer, prondelkot, rommelkamer;
- prondelmarkt, rommelmarkt, voddenmarkt (Hoe zijn vader hem op de fiets mee naar de prondelmarkt genomen had, VAN AKEN 1958, 86); hierbij: prondelmarktstoel (Langzaam zeeg ik toen neer op een prondelmarktstoel, VAN DEN BROECK 1972, 92).