Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

onbekwaam

betekenis & definitie

Van pers.: lichamelijk of geestelijk niet in staat zijnde (om arbeid te verrichten), ongeschikt.

Onbekwaam om zijn beroep uit te oefenen, Sociaalrechtelijk Wdb. 1958, 137.

Afl./Sam.: onbekwaamheid, arbeidsongeschiktheid (Ziekte- en invaliditeitsverzekering ...

1. Primaire onbekwaamheid. - Veranderlijke bedragen die 60% van de verloren bezoldiging vertegenwoordigen met een maximum van 1.066.
2. Invaliditeit (vanaf het tweede jaar van onbekwaamheid). Deze bedragen worden berekend op 65% en op 43,5% van het verdiende loon, Volksmacht 22/10/1976, p. 10); werkonbekwaam (zie ald.).

< >