Toppunt; inz. ter aand. van de uitmuntende kwaliteit (van iets), in verb. als dat is de max, het jé van hét.
Als je het nóg pittiger wilt, dan neem je d’r ook nog wat waterkers bij. Waterkers over je boterham met gehakt, dat is het toppunt, de max zoals ze in Antwerpen zeggen. Maar zoek niet verder, want uiteindelijk zou je de smaak van het gehakt niet meer verhogen, maar vernietigen. Laat het bij die max blijven, BOON 1972, 23..