Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

licentie

betekenis & definitie

1. (W.g.) Ter aand. van een academische graad; hetz. als licentiaat (in de bet. 2).

(Hij) haalde intussen in Brussel een licentie en werd in 1969 geroepen door de gemeenschap van Corsele, Gentenaar 12/8/1977.

2. Opleiding, studie (jaar, -periode) tot het behalen van de graad van licentiaat (zie ald.).

Daarbij geven wij eerst een overzicht van de verschillende studiemogelijkheden in eerste en tweede cyclus (kandidatuur en licentie, resp. apothekersjaren, technische jaren of - voor geneeskunde - doctoraten) om dan de voornaamste post-universitaire specialisaties te beschrijven per studierichting, Alumni 1978, 2, 25.

Dat hij zich in 1944 had laten vervangen in de kandidaturen en dat hij alleen gedoceerd had in de licenties, Alumni 1979, 1, 10.

Waar de ingenieursstudies eigenlijk een toegeving waren aan zijn ouders, ging zijn volle interesse echter uit naar de studie van de wis- en natuurkunde, waarvan hij daarna de licenties ging volgen, Alumni 1979, 3. 24.

< >