Likken, oplikken; zich de lippen lekken, zijn lippen aflikken (als teken van begeerte); ook in de uitdr. (het is) van lek-mijn-lipje; - (onconvent.) (iem.) kussen, zoenen.
In de vooravond gaat moeder ... aan de wafel- of pannekoekenbak, met geurige koffie. Hmmm! Van lek-mijn-lipje! Vrouw en Wereld jan. 1974, p. 63.
Sam.: aflekken, aflikken; (onconvent.) (iem.) overvloedig kussen; vand.: afgelekt, van een meisje dat al vaak verkering heeft gehad, afgelikt(e boterham); oplekken, oplikken.