Bij de verkiezingen: voorkeurstem (in tegenst. met lijststem); ook: lijststem (bovenaan op de lijst) (gall., naar fr. voix de tête).
Door een lijststem of kopstem drukt men uit dat men de partij van zijn keuze in het parlement wil, Vrouw en Wereld maart 1974, p. 4.
Per partij worden de stembiljetten meestal in twee of drie hoopjes gelegd, één voor de lijststemmen, en één voor de naamstemmen, eventueel onderverdeeld volgens kandidaat-titularissen en -opvolgers. Wanneer op het einde van de namiddag de stemopnemingstabel wordt opgemaakt, worden de kopstemmen evenals de stemmen die alleen aan opvolgers werden gegeven samen als lijststemmen geteld, Nieuwsblad 18/4/1977.
Kop-/lijststem: stem op een hele kandidatenlijst uitgebracht op zo’n manier dat tegelijk instemming betuigd wordt met de volgorde v.d. lijst, DOOMS e.a., ABN in de politiek 73 (1977).