Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

kokes

betekenis & definitie

Vrouw die uit koken gaat, b.v. voor een feest; kookster; - ook: vrouwelijke kok, kokkin. Daarnaast ook kokin v., -nen.

Met Nieuwjaar gaan we toch weer een kokes laten komen; met zo ’n grote ploeg als die van ons naar een restaurant gaan is toch veel te duur, Gehoord te Boom nov. 1978.

< >