Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

koetswerk

betekenis & definitie

Carosserie (van een auto e.d.).

De zeer praktische vloeibare polish die in de diepte reinigt, het koetswerk polijst en er een beschermende laag oplegt, Bond 27/8/1976, p. 6.

De Lady Mini wordt standaard geleverd in nachtblauw met verschillende tinten blauw over de ganse lengte van het koetswerk, Touring 7/4/1977, p. 9.

W.V.S. werd ... zo kwaad, dat hij zijn jachtgeweer greep en in het koetswerk van de auto vuurde, Gentenaar 26/7/1977.

Het koetswerk van Belgische makelij is dik, T.V. strip 19/5/1978, p. 61.

Kreukelvrije zones en vervormbaar koetswerk, teleskopische stuurkolom, voorruit in gelaagd veiligheidsglas, Voetgangers 1978, 4.

Sam.: koetswerkafdeling (Gazet. v. Antw. Z7/6/1977); koetswerkbouwer; koetswerkkleur (De zetels zijn thans bekleed met een aan de koetswerkkleur (metaal) aangepaste gestreepte stoffen bekleding, Touring 22/9/1976, p. 3.).

< >