Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

drollig

betekenis & definitie

Raar, grappig, kluchtig; - gewest, ook: lastig, vervelend; kwaad.

Daarop volgde de Waterreus en de Reuzemoer, door een menigte dwergen omgeven, allen met lis en riet omwonden. Verder wijven en meisjes om ter drolligst aangetoorteld, STREUVELS 1964, 301.

Hij had een hele boel onzin gehoord maar het drolligste was dat zijn moeder zich kennelijk dol vermaakt had, VAN AKEN 1965, 26.

< >