Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

dalle (dal)

betekenis & definitie

(Grote) vloertegel, plavuis; m.n. in toep. op een cementtegel of grindtegel.

Fabriek van: vloeren, dallen en betonprodukten, Feestprogramma Rumstse Volksfeesten 1976, p. 45.

Afl./Sam.: dalleren (<fr. daller), met grote tegels bevloeren, betegelen (Woonhuis... met gelijkvloers: hal, living, geïnst. keuken, garage (met bergruimte), ruime gedalleerde koer, Gazet v. Antw. 16/12/1978);

- fabrieksdalle; grasdalle; kerkdalle; trottoirdalle.