Geslachtsdaad, coïtus; ook: geslachtsgemeenschap, in de verb. (met iem.) betrekkingen hebben.
Zij vroegen zich af of zij geen hinder of pijn zouden voelen tijdens de betrekkingen, Vrouw en Wereld jan. 1974, p. 29.
Sam.: geslachtsbetrekkingen, geslachtsgemeenschap.