Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

attache

betekenis & definitie

I. Papierklem(metje), paperclip; in de kantoorhandel ook: papierbinder; (met een veer) papierknijper.

II. attaché

1. (Belg.) Functionaris bij een (ministerieel) departement, die als specialist op een bep. domein de minister advies geeft; adviseur van een minister. - Vaak in de sam. kabinetsattaché.

Een normaal kabinet is samengesteld uit een kabinetschef en een adjunkt, een drietal advizeurs, een tweetal opdrachthouders, enkele attaché’s en een privésekretaris (soms ook een kabinetssekretaris),

Knack 21/2/1973, p. 39.

2. In het bedrijfsleven e.d. voor: secretaris; bep. in de sam. directie-attaché, directiesecretaris. Werkgeversorganisatie te Antwerpen vraagt: Directie-attaché, Gazet v. Antw. 3/6/1978.

Opm.: In de standaardt. uitsl. in toep. op diplomatieke ambtenaren.

< >