Ziedaar! Inz. als uitroep van toorn, verwondering, verrassing e.d.
- Zie de dialectwdb. en WNT, Suppl. I, 1688.
«M’n deur uit!» kreste ze toen, «en als ge nog over mijn dorpel durft komen begiet ik u met heet water! Arè! heimelijke tantifeer!» en ik kreeg een stamp, CLAES 1960, 8.