Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Kroon

betekenis & definitie

(van Lat. corona = krans),

1. aanvankelijk een met edelstenen bezette hoofdband, later met bijkomende versieringen, als knoppen en bladeren, bekroond door een kruis (hertogs- en koningskroon). De Nederlandse rijkskroon is in 1840 in Amsterdam vervaardigd voor de inhuldiging van koning Willem II. Het is een zogenaamde open kroon, een gouden hoofdband; robijnen, saffieren, parels en smaragden zijn in het sieraad verwerkt; zie ook rijkssymbolen;
2. onder de Kroon verstaat men in het staatsrecht de koning en zijn minister(s);
3. in „afstand” of „erfgenaam” van de kroon betekent kroon koninklijk gezag, koninklijke waardigheid;
4. munt in de Scandinavische landen: 1 kroon = 100 öre; zie aanhangsel tabel van munten, maten en gewichten;
5. Ook in Groot-Brittannië kende men tot 1970 de kroon als munt. Deze Engelse kroon (crown) was een kwart pond.