Het graafschap Vlaanderen bestond uit twee delen; het deel oostelijk van de Schelde viel onder de soevereiniteit van de Franse koning, van wie de graaf het in leen hield. Het westelijk van de Schelde gelegen deel viel onder de hoogheid van de Duitse keizers en heette Rijks-Vlaanderen.
Kroon-Vlaanderen was belangrijker, daar het steden had als Brugge, Gent, Rijssel.