b.w.
1. Voorbyzeilen. Een merk aan den wal uitzeilen. Een schip uitzeilen.
2. Vrij van elkander zeilen: den toren Uit den vuurbaak Zeilen (zoo zeilen dat men die beiden vrij van elkander ziet).
3. o.w. - Een haven of reede verlaten. Wy Zeilden Uit met alle zeilen in top. Met dezen wind zijn vrij wat schepen Uitgezeild.