z.n.m. - De stijving of sterkte van ’t schip, waar de deelen zich tot een punt vereenigen. Zie voorsteven, achtersteven, binnensteven of looze Steven.
Den steven ergends heen wenden (ergends heen varen.) Het schip schiet over steven (het gaat vooruit.) Wy liepen den vyand op steven (wy ontmoetten den vyand.) Met den steven in den wal (naar het land toe leggende).