Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Gepubliceerd op 11-07-2022

Kompas

betekenis & definitie

z.n.o. van ’t Ital. Compasso, ’t welk een in streken afgedeelden cirkel beteekent.

Het kompas is een schijf van bordpapier of andere zelfstandigheid, waarop al de winstreken zijn afgeteekend, en uit welks midden een met zeilsteen bestreken wijzer altijd naar het noorden draait. Verkeerd kompas (zie hangkompas). Doorschijnend kompas (waarvan de letters en streken van achteren verlicht worden. Miswijzend kompas (zie miswijzer). De wind heeft het kompas rondgewaaid (de wind heeft gewaaid met alle streken die op het kompas staan opgeteekend).Spreekwijze: Op dat kompas mag men veilig zeilen (aan die leiding mag men zich veilig toevertrouwen).

Zijn kompas is verdraaid (hy is van de wijs).

Zijn kompas is van de pen (hy is dronken: - omdat een kompas, dat van de pen is, onbruikbaar is).

< >