z.n.v. - Water, en in ’t byzonder stilstaand water, dat rondom door land is ingesloten, ’t zij door de natuur, ’t zij door menschenarbeid. Men zegt echter ook: De rivier vormt te dier plaats een kom (neemt de gedaante eener kom aan), zoodat men geen afstroomend water, maar een afgesloten vijver meent te zien: als de Rijn by St.
Goar, de Vecht bij Nieuwersluis.