b.w.
1. Vervaardigen, timmeren. Een schip bouwen.
2. Bebouwen, beploegen. Zoo, by toepassing, Zee bouwen (de zee bevaren, omdat men die als ’t ware met het schip beploegt). Antonides noemt in zijn Ystroom Amsterdam:
De grootste zeevorstin, die alle watren bout.
Hier bout de zeeraadt om de vrye zee te bouwen.
Jan Vos.