XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Zuid

betekenis & definitie

Zuid bestaat uit twee delen: het oude Zuid, dat vooral in de 19de eeuw is ontstaan en het nieuwe Zuid, dat met name tussen de twee wereldoorlogen verrees. De oudste straat van het oude Zuid is de P.C. Hooftstraat*, die al in 1872 met woonhuizen bebouwd werd. Deze straat maakt met de omliggende buurt en het Rijksmuseum*, Stedelijk Museum*, Van Goghmuseum*, Concertgebouw* en Museumplein* deel uit van het cultureel centrum van Amsterdam. Dit stadsgedeelte, dat ook wel bekend staat als het Museumkwartier of de Concertgebouwbuurt, geldt tegenwoordig als een van de duurste buurten van Amsterdam.

Vrijwel geheel tot villawijk geworden is het Willemspark*, waarheen aanvankelijk vele bewoners van de oude grachtenhuizen getrokken zijn. Pas na de Eerste Wereldoorlog is de buurt verder, om het Concertgebouw heen, van een streek met moestuintjes ook in een woonwijk herschapen. Oostelijk van de Boerenwetering* ligt De Pijp* en omgeving, waar de straten namen van schilders en bouwmeesters dragen, maar waar niets schilderachtigs te bespeuren is. Integendeel, hier heeft de speculatiebouw hoogtij gevierd. Aan het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw, in de tijd van snelle industrialisatie van de stad en van enorme bevolkingsuitbreiding als gevolg daarvan, rezen in de wijk straten vol eentonige huizen uit de grond, waardoor kleine aannemers in een paar jaar rijk geworden zijn. Een geheel ander aanzien heeft de bebouwing meer zuidelijk van de Rustenburgerstraat gekregen, de buurt van de Burgemeester Tellegen- en de P.L. Takstraat, waar woningbouwverenigingen* voor een aantrekkelijke bouw in de stijl van de Amsterdamse School* hebben gezorgd en de gemeente mooie schoolgebouwen neerzette. Het nieuwe Zuid, uit stedenbouwkundig oogpunt bekend als het plan-Berlage, is in de jaren tussen de beide wereldoorlogen ontstaan. Er zijn drie delen te onderscheiden: van west naar oost de Stadionbuurt, de Apollobuurt en de Rivierenbuurt. De Stadionbuurt is een breed opgezette, royaal bebouwde wijk met hoge, ruime huizen, veel groen, bloemen en beeldhouwwerken.

De straatnamen herinneren aan de oude Grieken, aan de helden van het land waar in de Oudheid voor het eerst de Olympische Spelen gehouden werden. Maar ook een van de moderne olympiërs, baron van Tuyll van Serooskerken, de Nederlandse pionier van de Olympische Spelen, is herdacht met een groot plein en een weg. In de Apollobuurt, met het Minervaplein als centrum en de Minervalaan als noord-zuidas, zijn de Apollolaan en de Stadionweg de doorgaande verkeersroutes. Opvallende gebouwen in deze buurt zijn de Rijksverzekeringsbank* van architect ir. D. Roodenburg, de Apollohal* naar ontwerp van A. Boeken en het Hiltonhotel* van H.A. Maaskant, F.W. de Vlaming en H. Salm.

De Rivierenbuurt is een zeer gewilde woonwijk. De brede Amstellanen (na de bevrijding in 1946 Roosevelt-, Churchill-* en Stalinlaan genoemd; de Stalinlaan werd echter na de sovjetinval in Hongarije in 1956 omgedoopt in Vrijheidslaan*) vinden hun knooppunt in het Victorieplein* met de Wolkenkrabber*. Verder is er een mooi scholencomplex bij de Dongestraat. Berlage had in zijn plan van 1915 al de ligging van het huidige station Amsterdam-Zuid aangegeven. Brede toegangswegen zouden op een ruim plein voor het station samenkomen. Van dit groots opgezette plan is maar een deel gerealiseerd, zoals de oost-westverbinding Churchill- en Apollolaan tot het Van Heutszmonument* en de Rooseveltlaan tot aan het Europaplein. De uitbreiding van de RAI* en de opening van de stations RAI en Zuid van de Schiphollijn* veroorzaakten grote veranderingen in dit gedeelte van Zuid.

LIT. F.F. Fraenkel, Het plan Amsterdam-Zuid van H.P. Berlage, 1976; J.L.J. Meiners, Van hoofdstad naar hofstad 1 en 2, O.A. 1981, 107 en 130.