Operagebouw - Reeds in 1915 leefden in A. plannen een operagebouw te plaatsen op het Museumplein. In de jaren vijftig werd het Frederiksplein als plaats voor de Opera aangewezen, maar daar kwam de Nederlandsche Bank. Toen werd het terrein van de oude RAI bestemd voor het Operaproject. In 1960 kreeg architect ir B. Bijvoet opdracht het schetsontwerp te maken.
Op 22 mrt van dat jaar kon de architect het voorlopige ontwerp voorleggen en de maquette van zijn ontwerp tonen. In juni ontving Bijvoet opdracht het voorlopige ontwerp uit te werken tot een definitief geheel. Dit werd in febr. 1963 ingediend. Hierbij werd gedacht aan een theater, plaats biedend aan 1.400 toeschouwers. De geraamde kosten waren 24 miljoen gulden. De zaak bleef acht jaar slepende en in 1971 kwam Bijvoet met zijn compagnon prof. G.H.M. Holt met een nieuw bouwplan. De gemeente stelde 3,9 miljoen beschikbaar, maar Gedeputeerde Staten van Noord-Holland onthielden hun goedkeuring.
Zes jaar later besloot de gemeenteraad een krediet van ruim honderd miljoen beschikbaar te stellen voor een muziektheater in de Ferdinand Bolstraat en voor een parkeergarage van twee lagen onder het theater. Ook dit ging niet door. Op 22 nov. 1979 nam de gemeenteraad het principebesluit voor de bouw van zowel een Stadhuis als een Muziektheater op het Waterlooplein. Er kwam een combinatie van de plannen voor het Stadhuis (waarvoor de Weense architect Wilhelm Holzbauer al in 1971 het definitieve ontwerp had ingediend) en die voor het Muziektheater van Holt, Bijvoet en na diens dood van Cees Dam. Dit plan, dat als Stopera* bekend werd, ontmoette veel kritiek (o.a. van Peter Schat, Aldo van Eyck, Izak Salomons en Herman Hertzberger). In sept. 1981 keurde de gemeenteraad het Stoperaplan goed en werd begonnen met het gereedmaken van het bouwterrein. De kosten bedroegen uiteindelijk tussen 350 en 450 miljoen gulden. De opening van het Stadhuis/Muziektheater vond plaats op 23 sept. 1986.
LIT. Stadhuis en Muziektheater, (gemeentelijke uitgave) 1980; Niels Cornelissen, Opera in Amsterdam, O.A. 1986, 198.
