Gepubliceerd op 18-08-2020

Beiaard

betekenis & definitie

Klokkenspel. Ons land is het land der beiaards, ofschoon de eerste klokkenspelen in Zuid-Nederland werden aangetroffen.

Doornik had reeds in 1392 een „voorslag” ter aankondiging van het naderende uur. Gent volgde in 1412 en Antwerpen in 1430. De beiaardier zat aan het hand- of voetklavier. Van dat klavier gingen draden naar de klokkenhamers, die tegen den binnenrand van de klok sloegen. Noord-Nederland kreeg zijn beiaards, nadat het zelfwerkende klokkenspel was uitgevonden. Bij dit klokkenspel draait een trommel met gaatjes, waarin pennen zijn gestoken.

Die draaiende pennen brengen de klokhamers, welke den buitenrand van de klok kunnen raken, elk kwartier, elk half uur en elk uur in beweging, zoodat telkens een voorspelwijsje gespeeld wordt. Moet het wijsje veranderd worden, dan moeten de houten pennen verstoken worden. Er zijn trommels, die 10 duizend gaatjes hebben.In 1640 hadden zich te Zutfen de gebroeders Hemony uit Lotharingen gevestigd als klokkengieters. Zij goten de klokken van den Wijnhuistoren en verwierven zich grooten naam in hun vak. In 1655 noodigde de burgemeester van Amsterdam hen uit, zich in zijn stad te komen vestigen,waaraan de gebroeders gehoor gaven. In Amsterdam werden zij met opdrachten overladen. Het raadhuis, de torens van de Westerkerk. de Munt, de Zuiderkerk en de Oude Kerk kregen alle kostbare beiaards. Dat waren de zingende torens van de gouden eeuw en ze zingen nog.

De Hemonys hebben een groot aantal leerlingen gevormd. Hiervan zijn bekend de klokkengieters Van Wou, Claes Noorden en Jan de Grave. Zij hebben Noord- en Zuid-Nederland van klokken voorzien, die nimmer in klank zijn overtroffen (Antwerpen, Gent, Mechelen). De gildegeheimen der gebroeders zijn grootendeels verloren gegaan. In dat opzicht is hun kunst te vergelijken met den ouden Italiaanschen violenbouw. Maar we weten toch, dat zij hun klokken goten met een dikken wand en dat zij dan dien wand afdraaiden op een draaistoel.

Om de klok goed te stemmen, plaatsten zij een metalen staaf, die een bepaalden toon kon geven, naast de draaiende klok. Zoodra nu de draaiende klok denzelfden toon gaf, als de staaf geven kon, begon de staaf mee te trillen en dat was een aanwijzing, dat men het draaien moest staken.

Er zijn nu in ons land 67 beiaards. Mr. A. Loosjes heeft ze beschreven. De grootste is die van St. Jan te ’s-Hertogenbosch met 45 klokken, in 1925 door Engelsche klokkengieters vernieuwd.

Beroemd zijn die van het Paleis te Amsterdam, van de torens te Alkmaar, Enkhuizen, Utrecht, Barneveld, Nijkerk. In Duitschland zijn er slechts enkele en in Engeland zijn er ook eenige.

De beiaardier, die de toetsen met de hand bespeelt als op een piano, kan in denzelfden toon van de klok verscheiden schakeeringen brengen, hetgeen bij een zelfwerkende klok niet mogelijk is. Sommige beiaardiers waren kunstenaars in hun vak. In de 19de eeuw was hun kunst geheel in verval geraakt. Jef Denijs, stadsbeiaardier te Mechelen, heeft de kunst doen herleven en een nieuwe beiaardkunst geschapen, waarbij hij van lang aangehouden sidderende tonen gebruik maakt. Thans herinnert men zich, dat in de Gouden Eeuw het voor elke Hollandsche stad een glorie was een beiaard te bezitten en na een langen tijd van verwaarloozing gaat men het klokkenspel weer waardeeren. Vele oude klokkenspelen, die reeds eeuwen zwegen, werden hersteld en bespeelbaar gemaakt. De roem van Denijs heeft zelfs weerklank gevonden in Amerika, dat in 10 jaar tijd 35 beiaards bestelde.

Wij hebben drie klokkengieterijen in ons land, welke het beste werk leveren. De grootste is die te Heiligerlee. Ook bestellen de Nederlanders hun klokken wel in Engeland, waardoor echter het Nederlandsch karakter verloren gaat.