Wat is de betekenis van ofschoon?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ofschoon

ofschoon - Voegwoord 1. drukt een reden uit ondanks dewelke iets beweerd wordt Ofschoon de Nederlandstalige woordenschat van Ensie nog geen 300.000 lemma's omvat, biedt het feit dat onze taal is ingebed in een netwerk met alle andere talen vele interessante nieuwe mogelijkheden. Woordh...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ofschoon

ofschoon - voegwoord uitspraak: of-schoon 1. geeft tegenstelling aan ♢ ik ging mee winkelen, ofschoon ik erg moe was Voegwoord: of-schoon Synoniemen alhoewel, hoewel

2024-04-19
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Ofschoon

Het woord ofschoon betekent: hoewel. Het is een voegwoord en wel een onderschikkend voegwoord, want het bindt een hoofdzin en een bijzin aan elkaar. Maar vroeger schreef men niet ofschoon maar of... schoon, dus in twee woorden die zelfs door eenander woord gescheiden konden worden. Cats schrijft: en of zij schoon een muis vrij dichte bij haar ziet,...

2024-04-19
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

ofschoon

toch.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ofschoon

conj., (al)hoewol’t, al.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ofschoon

vw. ter inleiding van een zin die een gedachte behelst, welker mogelijkheid of werkelijkheid wordt erkend, doch die geen inbreuk maakt op de met haar strijdige hoofdgedachte: ofschoon ik mijn best doe, merk ik niet dat ik verder kom; — ook in elliptische zinnen: ofschoon nog jong, is hij rijp van verstand; je hebt het toch niet gedaan hoop ik...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ofschoon

onderschikkend vgw. (hoewel, schoon): ofschoon het regent, ga ik wandelen.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ofschoon

(ofscho:n) toegevend voegwoord : en dat gebeurde, ik poogde hem te sparen; nog jong, is hij rijp van verstand; je bent niet erg gelukkig geweest, je erger zou kunnen treffen. Syn. zie hoewel.