Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 10-04-2023

zwerver

betekenis & definitie

(1922) (Barg.) gestolen paraplu.

• Als Manus nou een ouden zwerver boven zijn kop opstak? Zou het niet een beetje heel erg kaduuk staan? Om je dood te miggelen,... zoo een gele Bochel als hij, slenterend met een parapluie boven zijn knar, tusschen de stille zerkjes. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 3: Manus Peet. 1922)
• zwerver, (Barg.) gestolen paraplu. (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)