Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 13-05-2021

kop

betekenis & definitie

1) (1989) (voetb.) plaats in het stadion (meestal achter het doel) waar de georganiseerde groep fanatieke supporters staat; afkorting van spionkop*.

• Kop is het Zuidafrikaanse woord voor heuvel. Zowel in Nederland als in Vlaanderen wordt het woord overdrachtelijk gebruikt voor de luidruchtige (en dikwijls gewelddadige) supportersgroep van een voetbalclub. De term wordt ook in Groot-Brittannië in deze betekenis gebruikt. Het oude nummer dat in de jaren zestig door Gerry and the Pacemakers, die typische vertolkers van de Merseybeat, werd opgenomen is het strijdlied van de Kop geworden. (de Volkskrant, 29/04/1989)
• De Liverpudlians voelden zich schuldig en kochten minder seizoenkaarten. Maar na Hillsborough, toen de doden in eigen grond moesten begraven worden, was de Kop voller dan ooit. (De Telegraaf, 14/09/1991)
• Dan weten ze in Engeland beter met de trouwste supporters - want hoe je het ook wendt of keert, dat zijn ze - om te gaan. Neem de Spionkop van de FC Liverpool, een momument voor supporters, een legende, maar gelijk Vak S als staanvak kort geleden gesloten. De Liverpool Echo gaf bij de laatste staan-gelegenheid van die vermaarde Kop zelfs een speciale krant uit. (Trouw, 24/05/1994)

2) (2017) (straattaal) 1000 euro.

• Dat onderzoek begint met een door Ivan H.’s groep gestolen Audi S5 waaronder de recherche een peilbaken heeft geplakt. Het zal de auto blijken waarvoor een verdachte in afgeluisterde gesprekken ‘drie kop’ heeft gevraagd aan een onbekende: straattaal voor drieduizend euro. (Paul Vugts: Afrekeningen. 2017)
• (Crimineel ABC in Elsevier, 24/04/2021)

3) (1950) (Vlaanderen, Barg.) Belgische frank.

• Kop. Zinspeling op de rechterkant van een muntstuk, kop of kruis genaamd; in tegenstelling met de andere zijde, die letter of munt heet. Honderd koppen krijgen: honderd frank ontvangen. In het Bargoens van St. Niklaas en Roeselare heeft de kop ook de waarde van een frank, in de Noord-Nederl. dieventaal is het ‘koppie’ synoniem van dubbeltje. (Oostvlaamsche Zanten. Mededelingen van de bond der Oostvlaamse folkloristen, september-december 1950)