(18e eeuw) (zeem.) draaikolk.
• (Jacob van Lennep: Zeemans-woordenboek. 1856)
• Een wolf is in de zeemanstaai een draaikuil. (Java-bode, 01/05/1873)
• De betekenis van het element wolf kan zijn het dier, maar ook de waterwilg (werf, worf, wolf), een draaikolk en een plant (wollegras), boosdoeners" en niet te vergeten ook een persoonsnaam.(Chr. Buiks: Laatmiddeleeuws landschap en veldnamen in de Baronie van Breda. 1997)
